De tijden veranderen
We leren elke dag opnieuw dat onze waarde als mens afhangt van onze productiviteit. Het blijkt lastiger dan ooit om je te verzetten tegen de neiging elke minuut van de dag nuttig te besteden.
De tijden zijn veranderd – op het eerste gezicht. Er is een generatie opgestaan die werk niet zomaar meer verheerlijkt, die liever werkloos is dan een baantje uitzit waar ze niet gelukkig van wordt. Het aantal parttimers onder 25-tot 35-jarigen neemt toe. In de Verenigde Staten spreken economen zelfs van ‘The Big Quit’: sinds 2021 zegden een recordaantal mensen hun baan op, en die trend zet zich voort. Nederlandse werkgevers proberen nieuw personeel te lokken met tripjes, bonussen en voorzichtige loonsverhogingen.
‘Iedereen is moe en niemand heeft tijd’, schrijft socioloog Marguerite van den Berg in Werk is geen oplossing, een van de vele boeken van schrijvers die weten dat de liefde voor werk ons vatbaarder maakt voor uitbuiting, dat werk niet (meer) emancipeert en dat we moeten ontstressen, zelf zorgen en werk moeten weigeren. Jong en uitgeput: ook de kranten staan er vol mee. Ze beschrijven hoe de smartphone en de 24-uurseconomie maken dat we misschien niet altijd ‘aan’ staan maar in ieder geval nooit echt uit.
Hoe we door het harde werken roekeloos geld uitgeven aan maaltijdbezorging, Ubers en massages om het allemaal vol te houden in plaats van serieus die veeleisende baan te heroverwegen. En hoe de prestatiemaatschappij niet alleen onszelf maar ook de planeet uitput. We weten inmiddels wat er mis is met een werkethiek die je zo hard laat rennen dat je opbrandt. Iedereen kent wel iemand die afgemat thuiszit, voor wie het tl-licht van de Albert Heijn al onverdraagzaam is.
Volgens sociaal-psycholoog Devon Price sta ik hier niet alleen in. De geïnternaliseerde hang naar productiviteit en angst om lui te zijn is onderdeel van een geloofssysteem dat hij beschrijft als ‘the laziness lie’ . Dit diepgewortelde wereldbeeld leert ons dat hard werken moreel superieur is aan ontspanning, dat onze waarde als mens afhangt van onze productiviteit en dat we altijd meer kunnen doen. Het maakt ons wantrouwig tegenover de signalen die ons lichaam afgeeft. We zijn niet moe en uitgeput, leert de laziness lie . We zijn lui.
Als mensen hun waarde bepalen aan de hand van hoeveel ze gedaan krijgen op een dag, raken ze vervreemd van zichzelf en de personen om hen heen. Het maakt ze wantrouwig tegenover collega’s die hun werk niet afkrijgen, en tegenover hun eigen behoeften, legt Price uit in een mailwisseling. ‘We leren om neer te kijken op mensen die niet ambitieus genoeg zouden zijn in plaats van ons boos te maken over slechte werkomstandigheden of ontbrekende sociale steun. Vermoeidheid wordt bestreden met nog een kop koffie in plaats van door de rust te pakken die je blijkbaar nodig hebt.’