De mol heeft hele kleine oogjes, maar hij kan er wel mee zien, hoor! Hij is dus niet blind, wat vele mensen denken. Maar hij gebruikt zijn ogen eigenlijk niet, omdat hij altijd in het donker onder de grond zit. Hij doet alles op de tast, hij voelt trillingen met zijn snorhaartjes en zijn neus. De mol leeft onder de grond, zo is hij veilig voor roofvogels, of andere dieren, bijv. katten.

De mol heeft een opvallende spitse kop en een bijna rolrond kort lijfje. De kop gaat geleidelijk over in de romp, een taille heeft hij niet. Zijn vachtje is mooi blauwzwart en lijkt een beetje op fluweel. De haartjes staan heel dicht op elkaar, zodat er geen zand of water op zijn huidje komt. Handig hoor! Op zijn buik heeft hij gele strepen, sommige mollen hebben gele strepen op zijn keel. Het slurfje van zijn snuitje, het puntje van zijn staart en zijn voetzooltjes zijn vleeskleurig. De voorste korte en stevige pootjes zijn schopvormig en hij heeft lange, krachtige nagels. Een mol wordt ongeveer 12 - 17cm lang, zijn staartje is ongeveer 2-4cm. De mannetjes zijn zwaarder en groter dan de vrouwtjes.

Het grootste gedeelte van zijn leven brengt hij onder de grond door. Hij houdt niet van gezelschap, dus hij is meestal in eenzaamheid. Best wel zielig, toch? Klimmen en springen kan hij wel, maar doet hij zelden. En wist jij dat hij heel goed kan zwemmen?

Wat ook verrassend is: Mollen houden geen winterslaap. Bij koud weer graven ze hun gangen gewoon wat dieper onder grond. Zij houden erg van regenwormen, emelten en engerlingen ( larven onder de grond die gras eten). Brrr! Als hij te veel eten heeft, legt hij voorraadschuurtjes aan, vaak aan het eind van een gang. Dat is natuurlijk wel erg slim.

Loading full article...