#dierenleed Er zou in Europa nooit meer honger zijn, beloofden politici vijftig jaar geleden. Maar hun enorme veeteeltsubsidies zorgden voor grote overschotten aan kippen, varkens, koeien en andere dieren. Zij worden nu – levend en onder gruwelijke omstandigheden – over de hele wereld verscheept.

Ons land is de grootste dierenhandelaar ter wereld. In 2017 exporteerde Nederland 350 miljoen kippen, 12 miljoen varkens en nog eens 1 miljoen andere dieren. De omstandigheden bij de transporten kunnen gruwelijk zijn: in juni vorig jaar kwam naar buiten dat Nederland kreupele varkens en varkens met abcessen zo groot als een voetbal op transport had gezet naar slachthuizen in Duitsland en België. Een medewerker van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zei hier destijds over: ‘De controles stellen niks voor. Alles is erop gericht om de export niet in de weg te zitten.’

De export van levende dieren is in de afgelopen tien jaar wereldwijd verdubbeld, blijkt uit onderzoek van The Guardian. In 2017 werden er twee miljard levende dieren getransporteerd. Elke dag zitten 5,5 miljoen kippen, varkens, koeien, geiten en schapen dus vast in overvolle vrachtwagens en schepen. De transporten kunnen uren duren, of afhankelijk van de afstand zelfs weken. De Australische dierenarts Lynn Simpson, die jarenlang meeging op veeschepen, meldt dat een schaap tijdens extreme hitte een lichaamstemperatuur had van 47 graden: ‘Het vet van dit dier was gesmolten, alsof het dier van binnen kookte.’

Nederland is de grootste dierenhandelaar ter wereld