Het is donderdagmiddag, in de roef plaatst Siebren met een pincet nauwkeurig de strijkkralen op het vormpje. Mama staat op van tafel en belt naar zijn zus. Laura is acht jaar en gaat op schooldagen naar een schippersinternaat.  Als de telefoon daar rinkelt , vraagt Laura  "Mag ik opnemen" aan de leidster. "Ja hoor", antwoordt Mieke met de afwasborstel in de hand, "ga je gang, mijn handen zijn nat".

Laura neemt de telefoon van de haak en is dolblij als ze haar moeders' stem hoort aan de andere kant van de lijn. "Hallo mama", zegt Laura," hoe laat kom je mij morgen ophalen? Sta je bij school of zie ik je bij internaat. En blijf je ook mee eten ", wil Laura weten. "We eten bloemkool morgenmiddag".  Mama moet even glimlachen bij zo'n spraakwaterval . Het doet haar deugd om haar dochtertje zo enthousiast te horen. Ze legt uit dat ze vrijdagochtend vroeg van boord vertrekt samen met broertje Siebren. Ze hoeven niet te varen en zo kan hij een ochtend naar de kleuterschool. "Dat is goed",  zegt mama,  roep Mieke maar even dan geef ik het door. "Tot morgen hoor", maar ze hoort al geen antwoord meer. Laura roept luidkeels  Mieke en vervolgens rent ze vliegens vlug naar het plein waar haar vriendinnen rondjes fietsen omheen de walnotenboom.


 Leidster Mieke hangt de vaatdoek met een wasknijper aan het droogrek en loopt naar de telefoon. "Fijn dat ik je even spreek", zegt Mieke, "wat hoor ik, blijven jullie morgenmiddag mee eten? Dat is gezellig!  Bij de post ligt een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje. Kopen jullie een cadeautje van 5 euro of gaan wij met Laura op pad"? Mama vertelt dat ze geen haast heeft en dat het haar leuk lijkt om dat na schooltijd samen met Laura te doen.  Ondertussen is het schip een sluis genaderd en wordt het tijd om het gesprek te beëindigen, morgen kunnen ze verder bij praten!

Loading full article...