Drie keer, wat je altijd al wilde
Blij verrast was ik toen de postbode me het pakketje overhandigde. Wie stuurde mij nou iets? Ik had werkelijk geen idee. Snel opende ik mijn flesje bier en nam een ferme teug, vastbesloten om te genieten van de dingen die zouden komen. De afzender was onleesbaar, maar niet getreurd: met een mesje ging ik de verpakking welgemoed te lijf. Even later staarde ik, toch een tikkeltje verbaasd, naar een prachtige, antieke olielamp. Er zat een kaartje bij, waarop in handgevormde letters stond:  ‘Drie keer, wat je altijd al wilde.’
Nogal cryptisch dus. Ik krabde achter mijn oren. Misschien dat een slokje bier me verder kon helpen. En nog een. ‘Ik wou dat ik nog een vol flesje had’, mompelde ik. Groot was mijn verbazing toen ik zag dat het flesje inderdaad vol was. Zou misschien?
‘Ik wou dat ik wist of je echt een wenslamp was’, zei ik.
Ineens zag ik een tweede kaartje. ‘Dit is een wenslamp’, stond erop.
Wat een meevaller! Nu hoefde ik alleen nog maar te weten wat ik zou wensen. ‘Ik wou dat ik een mooi lijstje had van al mijn wensen’, sprak ik plechtig.