Gelovig ben ik niet... maar de paashaas en paaseieren rapen vind ik toch wel leuk. Op één of andere manier doet het mij altijd weer terugdenken aan gezellig ontbijten met mijn familie, maar ook aan mijn tijd op de kleuterschool, toen ik een echt vogeleitje op de grond vond terwijl alle andere kinderen chocolade eieren zochten.

De paashaas vind ik dan ook gewoon een leuk en gezellig figuurtje, hij is schattig, zacht en brengt chocola, wat wil je nog meer?

Maar waar komt die rare haas, die dan ook nog eens eieren legt vandaan? 

Het verhaal van de paashaas vindt zijn oorsprong waarschijnlijk in Duitsland, nog voordat het christendom hier een rol speelde, het zou zijn oorsprong vinden bij de Teutonen: een Germaanse stam die in de laatste eeuw voor Christus van het toneel verdween. De stam hield er diverse mythes op na, waaronder verhalen omtrent de godin Ostara. Eén van deze verhalen vertelt hoe een klein meisje een gewond vogeltje vond. Ze bad tot Ostara om hulp. De godin kwam toegesneld, zag dat het vogeltje er heel slecht aan toe was en veranderde het in een haas.  Deze haas zou voortaan één keer per jaar terugkomen om gekleurde eieren te leggen.

Omdat deze verhalen van generatie op generatie werden doorverteld, ontstonden er verschillende versies. Zo is er ook het verhaal dat de godin Ostara in een bepaald jaar ietsje te laat was en de lente pas laat op gang kwam. Om haar fout enigszins goed te maken, besloot ze een jong vogeltje dat bijna door de koude bezweken was, te redden. Maar de kou had zijn werk al gedaan en het vogeltje kon niet meer vliegen. De godin veranderde de vogel daarop in een haas. De haas was vanaf nu één dag in het jaar in staat om eieren te leggen: de dag waarop Ostara vereerd werd.

Loading full article...