Een jaar in raadsels Antwoorden
Een jaar in raadsels antwoorden. Een jaar in raadsels oplossingen. Bij deze app spel krijg je iedere dag een nieuw raadsel of vraag om op te lossen. Weet jij het antwoord? Bij iedere datum staat een vraag die je kunt beantwoorden. Je kunt ook teruguit of vooruit in de tijd. 365 vragen en antwoorden. Hints, tips, cheats, antwoorden en oplossingen Een jaar in raadsels.
Gebruik de combinatietoetsen Ctrl + F om snel een vraag en antwoord te vinden!
Januari
1. Welke doorgang is deel van een recent verhaal? Antwoord: Passage
2. Wat is het favoriete werktuig van een kwaadaardige vrouwe? Antwoord: Tang
3. De zon is mijn vriend en de nacht is mijn nacht. Wat ben ik? Antwoord: Schaduw
4. Welk klein hemellichaam heeft grote macht? Antwoord: Minister
5. CRYPTOGRAM: Niet bepaald mooie proefexemplaren. Antwoord: Monsters
6. Ik begin met de letter E, eindig met letter E en bevat veel letters. Wat ben ik? Antwoord: Enveloppe
7. Gooi mij over het hoogste gebouw en ik zal niet breken. Maar leg mij in de oceaan en dit gebeurt wel. Wat ben ik? Antwoord: Tissue
8. Je gebruikt een mes om mijn hoofd in stukken te snijden, en huilt naast mij wanneer ik dood ben. Wat ben ik? Antwoord: Ui
9. Wat wordt nooit natter, hoe veel het ook regent? Antwoord: Zee
10. CRYPTOGRAM: Vertellen voor het eten. Antwoord: Opdissen
11. Welke maat moet wel Engels zijn? Antwoord: Are
12. Wat eet een vegetarische kannibaal? Antwoord: Groenteboer
13. Welke woord bevat de meeste verschillende letters? Antwoord: Alfabet
14. Wat doen je ogen bij het boodschappen doen? Antwoord: Twinkelen
15. Toen ik over de brug wandelde ontmoette ik een man met een vracht hout dat niet recht noch krom was. Wat voor houtsoort was het? Antwoord: Zaagsel
16. CRYPTOGRAM: Die Engelsman geeft geen steun. Antwoord: Sir
17. CRYPTOGRAM: Zo vervelend is een dood rund. Antwoord: Stierlijk
18. Wat gaat er omhoog en nooit meer omlaag? Antwoord: Leeftijd
19. Wat is zo kwetsbaar dat als je zijn naam zegt hij gebroken is? Antwoord: Stilte
20. Welk schoeisel is typisch Italiaans? Antwoord: Laars
21. Hoe heet Peter Pan in het Chinees? Antwoord: Peter Wok
22. Wat gaat omhoog als de regen naar beneden komt? Antwoord: Paraplu
23. Het begint met een ‘k’ en het eindigt op een ‘t’ en er kan worst in. Wat is het? Antwoord: Koelkast
24. Het komt alleen voor. Het komt alleen erna. Rijst alleen in duisternis. Maar rijst alleen in licht. Het is altijd hetzelfde, maar toch altijd anders. Antwoord: Maan
25. CRYPTOGRAM: Leg dat zinsdeel je macht op? Antwoord: Onderwerp
26. CRYPTOGRAM: Logopedie bevat wel de slotrede. Antwoord: Epiloog
27. Wat is de vaart weg? Antwoord: Gangpad
28. Wat springt als het loopt en zit als het stilstaat? Antwoord: Kangoeroe
29. CRYPTOGRAM: Wordt ‘r een vogel verwisseld? Antwoord: Ruil
30. Welke activiteit heb je nodig om eten fijn te maken? Antwoord: Maalwerk
31. Hoe noem je iemand die kwaad is maar niet onvriendelijk? Antwoord: Boosaardig
Februari
1. Wat is een veelzeggende verbinding? Antwoord: Babbellijn
2. Wat heeft twee benen en twee ogen, maar geen lijf en ook geen hoofd? Antwoord: Schaar
3. CRYPTOGRAM: Met paard en wagen in het verkeer. Antwoord: Gerij
4. CRYPTOGRAM: Haar typewerk is niet normaal. Antwoord: Lotje
5. Een wolk was mijn moeder, de wind is mijn vader, mijn zoon is de koele stroom, mijn dochter is de vrucht van het land. Een regenboog is mijn bed, de aarde mijn laatste rustplaats, en ik ben de teistering van de mens. Wat ben ik? Antwoord: Regen
6. Jij bent mijn zoon, maar ik ben je vader niet. Wie ben ik dan wel? Antwoord: Je Moeder
7. Ik verschijn ’s ochtends, maar ik ben altijd daar. Je kan me nooit zien, maar toch ben ik overal. ’s Nachts ben ik weg, alhoewel dit soms niet zo was. Niets kan me verslaan, maar ik ben snel verdwenen. Antwoord: Zonlicht
8. Wat heeft voeten en benen en verder niets? Antwoord: Kousen
9. Hoe noem je een stewardess in een helikopter? Antwoord: Wentelteef
10. Het is blauw en niet zwaar. Wat is het? Antwoord: Lichtblauw
11. Een vat vol met water weegt 20 kilo, wat moet je toevoegen om het 15 kilo te laten wegen? Antwoord: Gaten
12. In welk deel van het gebouw staat de piano? Antwoord: Vleugel
13. Het zit 1 keer in een minuut, het zit 2 keer in een moment, maar het zit geen enkele keer in een eeuwigheid. Wat is het? Antwoord: M
14. Wanneer ik jong ben, ben ik zoet in de zon. Wanneer ik van middelbare leeftijd ben, maak ik je vrolijk. Wanneer ik oud ben, word ik het meest gewaardeerd. Wat ben ik? Antwoord: Wijn
15. Hoe noem je het verleden en de toekomst samen? Antwoord: Ooit
16. Met welke letter kan je vliegen? Antwoord: Delta
17. Het loopt de hele dag, maar zonder voeten. Het heeft een mond, maar kan niet eten. Het heeft takken, maar geen bladeren. Wat is het? Antwoord: Rivier
18. Het is wel in een jaar maar niet in een eeuw. Steeds in een maand maar nooit in de week. Wel in een dag maar niet in een uur. Wat is dat? Antwoord: A
19. Er zitten drie mensen op een bromfiets. Eén zit voorop, één zit achterop. Wie zit er in het midden? Antwoord: Rob
20. Het heeft een been, maar het kan niet lopen. Het heeft twee vleugels, maar het kan niet vliegen. Het draagt een bril, maar het kan niet zien. Het heeft haar, maar het kan niet gekamd worden. Antwoord: Neus
21. CRYPTOGRAM: Specerij voor een paardje en een Aziaat. Antwoord: Ketjap
22. Gewicht in mijn buik, bomen op mijn rug, nagels in mijn ribben, maar voeten heb ik niet. Wat ben ik? Antwoord: Schip
23. Ik kan altijd naar boven, maar nooit naar beneden. Ik kan altijd naar links gaan, nooit naar rechts. Ik heb het altijd warm als ik het koud heb. Wat ben ik? Antwoord: Ski lift
24. Hoe noem je een koninklijk boekenrek? Antwoord: Regaal
25. Het vertelt altijd de waarheid, toch kan het niet spreken. Kijk ernaar en je ziet de waarheid. Wat is het? Antwoord: Spiegel
26. Hoe noem je afscheid van een koude periode? Antwoord: Winterdag
27. Wanneer je hierover wil spreken moet je het eerst doorbreken. Antwoord: Taboe
28. Hoe noem je een oever die niet droog is? Antwoord: Waterkant
Maart
1. Welke laag kan heel hoog zijn? Antwoord: Etage
2. Hoe noem je de opvatting van een jongen en een meisje? Antwoord: Theorie
3. Van die leer wordt een hond ouder. Antwoord: Dogma
4. Wat doet een koning met een rode telefoon? Antwoord: Bellen
5. De rijken hebben er genoeg van. De armen willen er meer van hebben. Als je het niet doet ga je dood, maar las je het teveel doet ga je ook dood. Wat is het? Antwoord: Eten
6. Wat staat er op de grafsteen van een robot? Antwoord: Roest zacht
7. Je kan wel achteraan sluiten maar nooit voorop beginnen. Wat is het? Antwoord: File
8. Ik bind het vast en het loopt. Ik maak het los en het stopt. Wat is het? Antwoord: Sandaal
9. Ik leef in het bos, ik ben groot en wollig, ik heb een grote neus, vier benen en een kleine staart, ik eet graag vis en bessen. Wat ben ik? Antwoord: Beer
10. Koningen, kasteelheren en Christenen richtten hen op, aangezien zij staan voor hogere machten. Maar weinigen van hen zouden er staan als vrouwen over onze wereld zouden heersen. Wat ben ik? Antwoord: Toren
11. Wat wordt natter en natter des te meer het droogt? Antwoord: Handdoek
12. Ook hardgekookt blijft het een softie. Antwoord: Eitje
13. Het is rood, valt op de schoorsteen, via de dakgoot precies in de regenton. Wat is dat? Antwoord: Puur Toeval
14. Hoe noem je weerstand tegen amusement? Antwoord: Vetzet
15. Welk nut is leeg van binnen en heeft geen omhulsel? Antwoord: Donut
16. CRYPTOGRAM: Vol bewondering gestikt. Antwoord: Ademloos
17. Wat is koortsig en lichtgevend? Antwoord: Gloeilamp
18. Sterf zonder mij, bedank mij nooit. Wandel recht door mij heen, voel mij nooit. Altijd aan het kijken, maar nooit aan het spreken. Altijd om de hoek, maar nooit gezien. Wat ben ik? Antwoord: Lucht
19. CRYPTOGRAM: Met liefde waarderen of juist integendeel? Antwoord: Minachten
20. Broers en zussen heb ik niet, maar de vader van die man is mijn vaders zoon. Antwoord: Mijn Zoon
21. Een vrouw had twee zonen die geboren waren op hetzelfde uur van dezelfde dag van hetzelfde jaar. Maar het was geen tweeling. Hoe kan dit? Antwoord: Stiefzoon
22. Wie zit op een paard en heeft spijt? Antwoord: Zorry
23. Geef me eten en ik zal leven. Geef me water en ik zal sterven. Wat ben ik? Antwoord: Vuur
24. Hoe noem je iets dat sluw verscherpt is? Antwoord: Geslepen
25. Het loopt hoe het wil, maar het rent nooit. Het heeft een mond, maar toch eet het niet. Het heeft een bed, maar toch slaapt het niet. Wat is het? Antwoord: Rivier
26. Wij komen naar jullie, iedere nacht al heeft niemand ons dat ooit moeten vragen. Wij houden over jullie de wacht, tot we in de morgen weer vervagen. Antwoord: Sterren
27. CRYPTOGRAM: Afgelopen met de pret. Antwoord: Uit
28. ANAGRAM: Zet de letters in de juiste volgorde en ontdek het beroep van M. Timan – Erm. Antwoord: Timmerman
29. Je loopt buiten op straat, je hebt geen muts of kap op je hoofd. Je hebt ook geen paraplu of iets anders op je hoofd. Toch word je niet nat. Hoe is dat mogelijk? Antwoord: Geen Regen
30. Hoe noem je de achterban van militairen? Antwoord: Basis
31. Wat kan een kamer vullen maar neemt geen ruimte in beslag? Antwoord: Licht