Een vriend voor de blinde
Moeizaam en aarzelend bewoog de man zich over straat. Met een witte stok voor zich uit tastte hij de wereld af. Van links naar rechts zwaaiend en tikkend laveerde hij tussen de vele obstakels op zijn pad. En die waren er heel wat. Reclameborden, verkeersborden, lantaarnpalen en bloembakken. En natuurlijk stoeprandjes en geparkeerde auto’s. Maar het lastigst waren de mensen, die nauwelijks oog hadden voor een blinde. Er werd maar bitter weinig rekening met hem gehouden. Erger nog, hij kreeg regelmatig verwijten te horen over zijn bewegende stok, en vorige week had zelfs iemand uit ergernis over het bewegende obstakel die stok uit zijn handen getrapt. Hulpeloos had hij daar gestaan tussen de mensen die links en rechts van hem voorbij snelden. Hij had zeker een kwartier staan wachten en roepen tot iemand hem die stok terugbezorgde.
In een tijd dat het eigen ‘ik’ steeds meer hoogtij vierde, waarbij het individu, het eigen belang tot een nieuw soort evangelie was gemaakt, was het volledig uit de mode geraakt een ander nog ergens mee te helpen. Bij de gedachte hieraan zuchtte hij wel eens, maar wat kon hij eraan doen? Het was de moderne tijd, het leven van alledag. Hij moest maar leren ermee om te gaan.
Deze middag leek de mensenmassa drukker en gehaaster te zijn dan ooit. Vertwijfeld vroeg hij zich af waarom hij toch nog de deur uitging. Precies op dat moment voelde hij een gewicht op zijn hoofd neerdalen. Verschrikt en verstijfd bleef hij staan. Met zijn stok in de éne en een boodschappentas in de andere hand had hij geen handen vrij om te voelen wat er aan de hand was. En op dat moment kraste een stem bij zijn oor:
Doet me denken aan de film ratatouille ;-)