Meestal liepen mensen in een grote boog om mijn heen. Ik was niet anders gewend, en vond het eigenlijk wel fijn. Tot op een dag, als ik het nog goed weet (want mijn geheugen liet mij nog weleens in de steek) was het 25 september. De bladeren aan de bomen begonnen langzaam aan te verkleuren, maar het weer had nog een behaaglijke temperatuur van 22 graden. Niet dat het weer mij ooit heeft tegengehouden: want hoe warm, koud of nat het ook was. Ik was altijd hier: eenzaam, alleen met mijn verdriet. En dat was prima. Het voelde goed, beter als therapie, want daar moest ik altijd maar over mijn gevoelens praten. Praten over gevoelens... wat levert het op. Ik probeerde de stem van de onbekende man die naast me kwam zitten te negeren. Dat lukte tot dat ik een datum hoorde die emotionele gevoelens opriep. Gevoelens die ik jaren geleden heb weggestopt.

Toen, 17 augustus 1994

Zingend zoals haast elke ochtend kwam Shanti uit bed. Het was net een plaatje uit een sprookjesboek, met haar blonde krullen die als een tornado om haar gezicht heen dansten. Ze kreeg zoveel complimenten over die krullenbos die ze van haar moeder had geërfd. De moeder waar ze nu al een twee jaar zonder moet leven. Kut kanker… een kind van vijf jaar moet haar moeder niet hoeven te begraven. Het leven is oneerlijk! Maar ondanks alles wat Shanti meegemaakt heeft in haar jonge leven, ze bleef positief en vrolijk. Tegenovergestelde van mij. Ik was na het verlies van mijn vrouw totaal het vertrouwen in het leven kwijt. Ik raakte aan de drank en mijn baan kwijt. Tot op een dag Shanti naar beneden kwam en mij smeekte of ik wilde stoppen met drinken. Haar ogen vol tranen, ze kon er niet meer tegen en schreeuwde tegen mij: Ik wil je niet kwijt, niet net als mama, maar als je zo doorgaat halen ze me bij je weg! Mijn hart brak, hoe heb ik het ooit zover laten komen. Ik wilde voor haar vechten, ik wilde haar niet kwijt, niet net als mijn vrouw. Ik ging in therapie, stopte met drinken, en zorgde dat ik weer een baan vond. Het was geen topbaan, maar ik verdiende genoeg om van te kunnen leven samen met Shanti. Ik had leren omgaan met mijn eenzaam verdriet. Het leven begon langzaam aan weer op rolletjes te lopen tot die verdomde 17 augustus 1994.

28 jaar later, 25 september 2022

De afbeelding op de broodtrommel is bijna vervaagd. Wat eerst nog een mooi bruin paard was, is nu niet meer dan een schim. Een schim… net als mij eigenlijk, want meer ben ik niet meer. Mensen: ontwijken me, ze kijken me raar aan, ze zien vast enkel maar een verwaarloosde man met een roze/paarse broodtrommel in zijn handen. En ik kan ze geen ongelijk geven, de kleding die ik droeg zat vol vlekken, mijn haar was ongekamd en mijn baard kon ook wel een scheerbeurt gebruiken. Tot 25 september 2022, een onbekende goed geklede man in drie delig pak neemt zonder het te vragen de lege plek in naast mij op het bankje. Ik wordt haast misselijk van de overdreven parfum walm die om hem heen hangt, maar vermoed dat hij hetzelfde over mijn zweetlucht denkt. Ik hoorde de man zwaar ademen en zenuwachtig met zijn voeten over de grond wrijven. “17 augustus 1994” mompelt hij amper verstaanbaar. Maar exact die datum die hij noemt, die verdomde datum waar ik nooit meer aan wil denken. Net die datum noemt hij, waarom? Hij vraagt mij hem niet te onderbreken als hij zijn verhaal doet. Ik doe mijn uiterste best hem te negeren, maar de datum die hij uitsprak blijft echoën in mijn hoofd. Nogmaals hoor ik hem vragen hem niet te onderbreken tijdens zijn verhaal. “Prima, doe je verhaal, en donder dan maar weer op” zeg ik nors.

Zo begint de onbekende man zijn verhaal: “Het was 17 augustus 1994. Ik was op weg naar mijn eerste grote klus als advocaat. Op mijn leeftijd, was dit een unieke kans. Ik was pas 22 jaar geworden, net afgestudeerd en had nog weinig ervaring in het advocaten vak. Normaal krijg je pas echt grote klussen, nadat je genoeg kennis hebt opgedaan en zaken hebt gewonnen. Maar deze cliënt wilde perse mij, hij zei dat school mij aangeraden had. En ik was op die leeftijd als onervaren advocaat nog goedkoop. Dat zal vast ook meegenomen zijn in zijn keuze. 17 augustus 1994 had ik om 8.45 afgesproken in het kantoor van mijn cliënt. De avond van te voren had ik mijn wekker dubbel gecheckt, maar op de dag zelf bleek er toch iets mis gegaan te zijn. Ik schrok om 8.00 wakker en moest om 8.45 aan de andere kant van de stad zijn. Een rit die je normaal gesproken in 15 minuten rijd als de stoplichten meezitten. Ik snelde me naar de badkamer om mijn verzorging te doen. En kleedde me vervolgens in één van mijn meest luxe pakken aan. Kleding maakt de man zeggen ze weleens, en daar vertrouwde ik op, ik wilde deze klus zo graag, het zou de beste kans zijn in mijn vrijwel jonge advocaten carrière. Als ik deze klus zou klaren, zou ik direct bij de top van de advocaten horen en mezelf nooit meer zorgen hoeven te maken voor klussen. Met de auto reed ik naar de koffiecorner een straat verder op ik haalde daar een koffie to go, want uitgebreid ontbijten zat er niet in. De koffiebeker zette ik in één van de bekerhouders en ik hervatte mijn rit. Ik weet nog dat het bij het eerste stoplicht al ellende was, rood! Zenuwachtig tikte ik met mijn vingers op het stuur, net of daardoor het stoplicht sneller op groen zou gaan. Scholieren steken over met hun fietsen, ouders proberen hun kinderen ook zo goed als veilig naar de overkant te brengen. En dan groen, hop gas erop en door. Ik reed 79 op een plek waar je 50 mocht. De klok tikte door en ik moest en zou op tijd zijn bij het kantoor van mijn cliënt. Inmiddels zag ik dat het al 8.35 was, ik had nog 5 minuten om op de plek van bestemming te komen. En dan nog 5 minuten om me te melden bij de receptioniste van mijn cliënt. De scholen begonnen om 8.30 dus ik was blij dat ik even gas kon geven, zonder bang te hoeven zijn om veel scholieren tegen te komen, of ouders die met een slakkengang door de straten reden. Ik reed door de Wilhelminalaan, naar de Christinastraat, nog steeds met een snelheid waar ik niet trots op ben. Op de hoek van de Christinastraat staat een basisschool: De jozef school dacht ik me te herinneren…. En daar ging het mis, vanuit het niets zie ik te laat een meisje de weg over rennen. Een gil, een harde klap en toen niets meer… complete stilte. Mijn handen haalde ik langzaam van het stuur, trillend maakte ik het portier open en hoopte ik dat ik haar niet geraakt had. Maar daar lag ze, aan de voorkant van mijn auto. Een meisje met blonde krullen, iets verderop lag een broodtrommeltje. Precies zoals u nu in handen heeft. Alleen dan met het plaatje nog intact. Ik raakte in paniek en wist niet meer wat ik moest doen. Ik keek naar de voorkant van mijn auto, en zag hier wat schade op, maar die was verwaarloosbaar. Ik durfde haar niet aan te raken, niet te kijken of ze nog ademde. In plaats daarvan stapte ik terug in mijn auto, reed deze achteruit en reed weg. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik mensen naar het levenloze lichaampje rennen, ze draaide haar om en begonnen met reanimeren. En ik… ik ging naar het kantoor van mijn cliënt. Tot op de dag van vandaag wordt ik nog steeds achtervolgd door nachtmerries, maar net als de schade aan mijn auto toen die tijd, zijn mijn nachtmerries verwaarloosbaar bij wat u de afgelopen 28 jaar heeft moeten doormaken. Ik heb geprobeerd contact op te nemen met u, maar ik kon het niet. Ik was te zwak ervoor. Het spijt me oprecht”

Loading full article...

10 comments
Wow, leuk geschreven. Een lekker boek om bij weg te dromen.
Wauw, het zou de inleiding van een film kunnen zijn!
Mooi geschreven Amia. Het is een verhaal dat je medeleven oproept.
-Lees je ook eens m'n verhaal?
https://totoanimo-stel-je-voor-dat-het-je-zelf-zou-overkomen/
@Toto Animo dank voor je reactie. Wellicht doe ik iets verkeerd, maar de gestuurde link naar je verhaal levert een foutmelding op bij mij
More replies (3)
Ik hoop dat het niet autobiografisch is. Het zou ook wel enoooormmm toevallig zijn...
@Ingrid Tips en meer niet op waarheid gebaseerd, maar zou wel voor kunnen komen
More replies (1)