Er werd bij ons ingebroken
Gisteren werd er bij ons ingebroken. Wij waren bij mijn schoonouders even op bezoek geweest. Bij thuiskomst zagen we dat de deur geforceerd was. Angstig gingen we beide binnen kijken. Tegelijkertijd belde mijn man Leeroy naar de politie. Niet wetende wat we zouden aantreffen, hielden we elkaars hand vast. In de living lagen alle schuiven van de dressoir op de grond gegooid. De kastdeuren stonden open en de inhoud lag op de grond gestrooid. Wat een puinhoop. We liepen elke kamer in huis door. Wij hebben een heel grote kluis, eigenlijk meer een beveiligde kamer met zwaar slot en code. Deze was ook opengebroken. Volgens mij was de verbazing groot van de inbrekers toen ze ontdekten wat er in de kluis lag. In de kluis zaten namelijk een volledige collectie cd’s van mijn man, wel 6000 stuks.
Ineens valt het mij op, waar is Amor? Ik zie mijn Cavalier King Charles nergens rondlopen. Hij zit normaal altijd in de keuken.
'Amor, Amor!' Ik roep tegen Leeroy. ' Heb jij Amor gezien?' De angst slaat mij om hart. Ik doorzoek het hele huis. Vanboven naar onder en vanvoor naar achter. Nergens is hij te bespeuren. Dan loop ik snel naar buiten, niets, dan naar de garage. Wat ben ik blij dat hij daar in zijn bench ligt. De inbrekers hadden hem opgesloten. In de garage is het donker en gaat hij stilletjes slapen.
De politie was aangekomen. Ze waren alles aan het bekijken. Na hun onderzoek en vertrek hebben we de muziek opgezet. We hebben Amor vrijgelaten, veel geblaf en gekwispel.