Europese veenlijken
Een veenlijk zijn de overblijfselen van een prehistorisch menselijk lichaam dat gevonden is in het veen. De veenlijken zijn in betrekkelijk goede staat bewaard gebleven door de conserverende werking van het veen. Het zuurstofgehalte in veen is erg laag en het bovendien is het veen erg zuur.
Vroeger dacht men dat veenlijken de lichamen waren van mensen die in de veengebieden verdwaald en verdronken waren. Tegenwoordig neemt men aan dat er ook mensen geofferd zijn in het veen. Deze gedachte wordt gebaseerd op bijvoorbeeld koorden die om de hals gevonden zijn en op wervels die gebroken waren. De Romeinse historicus en schrijver Tacitus schreef in zijn Germania al over de gewoonte om gebruiksvoorwerpen zoals bijlen, zwaarden en emmers als offer in het water te leggen. Er zijn in het veen ook verschillende van dit soort voorwerpen teruggevonden. Voortbordurend op dit gebruik zou het heel goed mogelijk zijn dat de veenlijken ook offers zijn. Tacitus beschreef verder dat terechtgestelde mensen soms als straf werden verdronken.
Meisje van Yde
Het meisje van Yde werd gevonden op 12 mei 1897bij het Drentse plaatsje Yde. Door middel van C14 datering heeft men vastgesteld dat zij tussen 54 v. Chr. En 128 na Chr. Gestorven is. Op het moment dat ze stierf was ze ongeveer 16 jaar oud en 1.40 meter lang. Door een afwijking aan haar ruggewervels liep ze waarschijnlijk gebogen en misschien ook mank. Haar hoofd is voor de helft kaalgeschoren en om haar hals zat een bandje met een schuifknoop. Het bandje dat oorspronkelijk een tailleband was zat driemaal om haar hals gewikkeld en de knoop was bij haar linkeroor aangetrokken. Boven haar linker sleutelbeen zat een opening die waarschijnlijk wijst op een messteek. De reden van haar gewelddadige dood is niet duidelijk. Ze kan zowel gestraft als geofferd zijn.