Een watersnoodramp in een streek vol klimaatsceptici, dat is een beetje als een antivaxxer die op de IC aan de beademing belandt. Nee, daar kijk ik niet met leedvermaak naar, en ik herken er evenmin de hand van het karma in. De tragiek en het medelijden zijn juist groter. Want onder de acute ramp broeit hier een tweede ramp: dat de krachten die hier iets tegen hadden kunnen doen worden tegengewerkt.

De eerste politici die stilstonden bij de ramp in Limburg waren Geert Wilders en Mark Rutte. In de getroffen provincie werden hun partijen bij de landelijke verkiezingen het één-na-grootst (PVV) en het allergrootst (VVD). Wilders strijdt openlijk tegen de „klimaathysterie”, Rutte doet dat omfloerster. Op internationale podia toont hij zich strijdvaardig en sluit hij mooie groene akkoorden, maar eenmaal thuis moet de rechter afdwingen dat hij die ook enigszins naleeft. In het diepst van zijn gedachten, in besloten coalitiehandelingen, blijkt hij vooral bezorgd dat regeren met D66 én GroenLinks uitdraait op: „Heel veel klimaat.”

Christiaan Weijts

Loading full article...