#geschiedenis De piano is een klavier en geslagen snaarinstrument ontwikkeld door Bartolomeo Cristofori in de 18e eeuw uit het klavecimbel en dat zich onderscheidt van zijn voorgangers juist vanwege het vermogen om geluiden met verschillende intensiteiten te produceren. De oorsprong gaat echter duizenden jaren terug in de tijd, omdat het het product is van de evolutie van verschillende muziekinstrumenten.

De huidige naam is een apocope of afkorting van de Italiaanse uitdrukking pianoforte (piano: „zacht” en forte: „sterk”). Deze terminologie komt van de naam die de maker van de moderne piano, Bartolomeo Cristofori, aan dit instrument gaf: klavecimbel col piano e forte, wat vertaald kan worden als „klavecimbel met zacht en sterk [geluid]”.

 

VOORGANGERS VAN DE PIANO
Het oudste snaarmuziekinstrument dat verband houdt met de piano is de citer. De citer, waarvan de oorsprong teruggaat tot de bronstijd (ca. 3000 tot. C.), komt uit Afrika en Zuidoost-Azië. Het bestond uit een set gespannen snaren geplaatst op een houten zangbord vergelijkbaar met dat van een gitaar. In feite komt het woord „gitaar” van citer.

Wat niet zo duidelijk is, is waar „citer” vandaan komt, hoewel de meeste bronnen denken dat het afkomstig is van de Aramese uitdrukking „qath‧róhs” die waarschijnlijk aanleiding gaf tot de Griekse stem „kithára” (wat „snaarinstrument” betekent). Van daaruit kwam het naar het Latijn („citara”) en later naar de Spaanse „gitaar”.

Het volgende bekende instrument in de evolutionaire lijn van de piano is de monochord. Het monochord bestond uit een enkele lange snaar die op een houten zangbord werd getrild. Blijkbaar gebruikten sommige Griekse wiskundigen, zoals Pythagoras en Euclides, dit instrument om studies uit te voeren over geometrie en naar de relaties tussen muzikale intervallen.

Gedurende de middeleeuwen en de renaissance werden verschillende klavierinstrumenten met geslagen snaren ontwikkeld, zoals de draailier en de escaque. In deze inspanning evolueerden geslagen snaarinstrumenten in het psalter, dat verschilt van de vorige door zijn trapeziumvorm en zijn snaren van verschillende lengtes. Het doel van de makers van deze instrumenten was ervoor te zorgen dat de snaren niet met de vingers werden geraakt, maar met een mechanisme.

Zo gaf het psalter aanleiding tot het klavecimbel en later tot het klavecimbel, met een mechanisme dat veel dichter bij de piano stond. Beide instrumenten waren erg populair in de 17e eeuw.

Geschiedenis van de piano

3 comments