Gestolen
“De parelketting ligt niet meer op het nachtkastje, op de plek waar ik hem had neergelegd. Heb jij hem soms weer gepakt om ’m even te bekijken en ‘m daarna op een ander plekkie teruggelegd?”
“Nee, wanneer had ik dat dan moeten doen? We zijn daarstraks samen de kamer uitgegaan en er samen weer in teruggekeerd. Weet je zeker dat ie op het nachtkastje lag toen we de kamer uitgingen? Kijk eens in het nachtkastje? Misschien ligt ie daar wel.”
Een blik in het laatje van het nachtkastje leert dat de parelketting ook niet daarin ligt.
“Hij ligt ook niet in het laatje. Maar ik weet zeker dat hij óp het nachtkastje lag, daar heb ik hem zelf neergelegd. Dat ding kan toch geen pootjes gekregen hebben en uit zichzelf verdwenen zijn? Misschien zitten er wel dieven in dit pension!”