Haar naam is Sarah.
Ze lijkt op mij, maar ook weer niet.

Ze heeft net zoals ik blond haar, maar dan blonder.
Haar haar is dikker en langer.
Haar haar is mooier.

Zij heeft net zoals mij ook groene en grijze ogen, alleen bij haar zit er een mooie twinkel in.
Wij hebben dezelfde wenkbrauwen, maar die van haar hebben een mooiere vorm.
We hebben dezelfde lach, die van haar is alleen stralender.
Ze heeft hetzelfde gezicht als ik, maar zij is knapper.

Ik ben niet dik, maar zij is dunner.
Wij zijn alle twee klein, maar zij is elegant klein.
We dragen dezelfde kleren, die van haar staan beter.

Wij zijn allebei sociaal, alleen zij heeft meer vrienden.
Ik ben goed in dingen, zij is altijd beter.
Ik ben slim, zij is slimmer.
Ik weet redelijk veel, zij weet meer.

Haar naam is Sarah.
Wij zijn hetzelfde, maar toch is zij in alles beter.
Zij is ik, maar ik ben niet haar.

Ik ben goed genoeg, zij is perfect.

Loading full article...