Het past in de superieure Nederlandse cultuur om dat soort oproepen van de autoriteiten te beantwoorden met een middelvinger en met een extra autoritje naar de Albert Heijn.

Hamster niet, in hemelsnaam, vroeg de premier vrijdagmiddag. Het past in de superieure Nederlandse cultuur om dat soort oproepen van de autoriteiten te beantwoorden met een middelvinger en met een extra autoritje naar de Albert Heijn. Want in dit land van 17 miljoen virologen, 17 miljoen epidemiologen en 17 miljoen logistiek experts weet iedereen altijd alles beter dan de mensen die ervoor hebben doorgeleerd. Hamsteren kán ook eenvoudig in een rijk land, waar veel te veel mensen veel te veel geld hebben, dat ze niet missen wanneer ze het voor langere tijd vast hebben gezet in gedroogde peulvruchten en potten pastasaus.

Het boeiende aan deze massahysterie is dat de mensen die zich in de beste Nederlandse traditie op pakken pasta storten met hun volle gewicht, terwijl ze naar opzij prikken met de ellebogen en 'Ik was eerst, zij is tweeds en daarná ben jij pas' krijsen, allemaal hetzelfde zeggen voor de microfoons van de radioverslaggevers van de NOS: 'Ik ben niet aan het hamsteren, ik heb pubers, ik ging toevallig een weekendje weg, we eten thuis gewoon veel, ik verwacht visite, ik koop elke week 24 blikken worstjes en 31 pakken pasta en 18 flessen cola en 11 pakken afbakbroodjes en 13 potten bruine bonen en 31 pakken houdbare melk en 16 zakken gedroogde dingen waarvan ik niet precies weet wat het is maar het ziet er lang houdbaar uit, daar is niks geks aan, hoezo hamsteren.'

Liegen over wat je aan het doen bent, omdat je je schaamt, omdat je zelf heus wel weet dat hysterische hoeveelheden wc-papier inslaan asociaal en egocentrisch en ontwrichtend en hufterig en dom is, is de eerste stap op weg naar genezing.

Al weet ik niet of die wijsheid ook opgaat voor de mensen die naar verluidt lege flesjes meenemen naar ziekenhuizen om die daar stiekem bij te vullen uit de dispensers met handalcohol die er staan voor bezoekers en patiënten.

Of voor de mensen die zeggen dat ze heus niet van plan waren te hamsteren, maar zich toch 'gedwongen' voelen om mee te doen aan een supermarktrun, omdat ze anderen drie winkelkarren zien volladen.

Of voor de mensen die zich luidkeels beklagen over de hamsterende buurman, terwijl ze zelf 17 blikken tomatensaus de trap op takelen, 'maar in mijn geval is het ánders'.

Hamsteren is zinloos, het belast het systeem nodeloos en het is buitengewoon asociaal jegens mensen die wel gewoon de hele dag aan het werk zijn - om coronapatiënten te verzorgen bijvoorbeeld, of kinderen les te geven, of hoorcolleges online te zetten, of de trein te bedienen - en die aan het eind van de dag nog even wat ingrediënten voor het avondeten willen aanschaffen. Of een wc-rol.

Hamster niet, in hemelsnaam, vroeg de premier vrijdagmiddag. Het past in de superieure Nederlandse cultuur om dat soort oproepen van de autoriteiten te beantwoorden met een middelvinger en met een extra autoritje naar de Albert Heijn. Want in dit land van 17 miljoen virologen, 17 miljoen epidemiologen en 17 miljoen logistiek experts weet iedereen altijd alles beter dan de mensen die ervoor hebben doorgeleerd. Hamsteren kán ook eenvoudig in een rijk land, waar veel te veel mensen veel te veel geld hebben, dat ze niet missen wanneer ze het voor langere tijd vast hebben gezet in gedroogde peulvruchten en potten pastasaus.

Hamsteraars, straks, wanneer het leven zijn normale loop heeft hervat, breng die pakken gedroogde bonen en die weeshuisvoorraad pastasaus alsjeblieft ruim voor de vervaldatum naar de voedselbank. En schaam je, in al je vezels.

Hamsteren? Sheila Sitalsing is snoeihard: ‘Schaam je, in al je vezels’

Hamsteren  een Nederlandse traditie