Hannah de heks (13)
‘Vandaag wil ik het over kruiden hebben.’ Juffrouw Spruitjes kijkt de klas rond. ‘Hannah, kun je mij de naam van een kruid geven?’
Hannah fronst haar wenkbrauwen. ‘Ik weet het niet juffrouw.’
‘Ik denk van wel. Je moeder gebruikt vast kruiden bij het koken.’
‘Uhm… knooflok?’
‘Heel goed, Hannah. Wie kan mij er nog een geven?’
Alana steekt haar hand op. ‘Booklies en lidde en verkel en gondra en esterpelie.’
‘Geweldig Alana, je kent al heel veel goede kruiden.’
‘Ik help mijn moeder vaak met koken.’
Hannah gooit haar gum naar Alana. ‘Uitslover.’
Alana steekt haar tong uit.
‘We gaan vandaag koken met kruiden. We beginnen met iets makkelijks: groentesoep. Ik heb hier tien kruiden liggen. Daar moet je er minimaal drie van gebruiken. Succes meiden!’
Juffrouw Spruitjes komt bij Hannah staan. ‘Ik help je vandaag op weg. We willen geen pannen meer laten overkoken, niet waar?’
‘Ik kan het best zelf,’ bromt Hannah die helemaal niet geholpen wil worden.
‘Jij mag al het werk doen. Ik hou alleen een oogje in het zeil. Welke groenten wil je gebruiken?’
Hannah laat haar ogen over alle groenten dwalen. ‘Hm, ik hou wel van tomaten en worteltjes. Kan dat?’
‘Het wordt jouw soep. Als je denkt dat dat lekker is, ga je gang.’
‘Mooi.’ Hannah wrijft in haar handen. ‘Dit keer ga ik u verrassen juffouw. Ik bedoel… op een goede manier. Het wordt een knaller.’
‘Och jeetje, nee toch. Hannah, kijk je wel uit?’
Hannah zet een ketel met water op. Ze snijdt wat worteltjes en tomaten en laat ze voorzichtig in de pan glijden. Als het kookt zet ze het vuur wat zachter. Nu is het tijd voor de kruiden.
Die liggen keurig op een rijtje met de namen erbij. Maar die zeggen haar niks. Ze pakt de verschillende kruiden een voor een op en ruikt eraan. Als het lekker ruikt, mag het in de pan. Een snufje valendel en een plukje jolein, wat aurie en flink wat knooflok. Hannah snuift diep de geuren op. Heerlijk!

‘Voor ik het vergeet,’ schalt juffrouw Spruitjes ineens door de klas, ‘bij het roeren van de kruiden hebben jullie je eigen toverstok nodig. Die hebben jullie toch allemaal meegenomen vandaag?’
Iedereen knikt bevestigend behalve Hannah. Beteuterd kijkt ze op. ‘Ik niet juffrouw,’ fluistert ze met een iel stemmetje.
‘Goed dan,’ zucht juf Spruitjes. ‘Je mag die van mij gebruiken.’
‘Joepie!’ gilt Hannah. Ze pakt een goudglanzend toverstokje aan en maakt er een overwinningsgebaar mee in de lucht.
‘Maar wel voorzichtig doen hè. Alleen gebruiken bij het roeren!’
Hannah hoort het al niet meer. Als een bezetene roert ze in de pan, terwijl ze handenvol kruiden erin gooit. Dit wordt een supersoep, denkt ze groots. De deksel gaat erop en ze zet het vuur nog wat hoger. Ondertussen maakt ze een rondedansje door de klas. ‘Megasoep, supersoep, megasoep, supersoep,’ mompelt ze erbij. Terug bij de pan gluurt ze onder het deksel. ‘Dit wordt een geweldige feestsoep met een knetterend vuurwerk,’ juicht ze. Ze zwaait daarbij met het toverstokje en tikt hard op de pan. ‘FLOEPS!’
Er verschijnt een felle flits en de pan schiet drie meter in de lucht.
Hannah duikt direct onder de tafel. Ze herinnert nog haar laatste rampzalige kookles. Het zou toch niet weer gebeuren…
Maar dit keer volgt er geen explosie. De vluchtgrage pan schiet als een sirene door de klas en dan als een raket door het raam naar buiten.
De gillen van de kinderen op het schoolplein dringen door in de klas. ‘Oh nee, oh nee,’ jammert Hannah.
Juffrouw Spruitjes rukt het toverstokje uit Hannah’s handen en rent naar buiten, maar ze is te laat. Hopeloos te laat. In alle kleuren van de regenboog schiet de pan recht omhoog door de wolken en nog verder…