De grote sloper
Het huis op het kleine heuveltje staat er maar verlaten bij. En dat is natuurlijk precies de bedoeling. IJzeren hekken en bordjes met 'verboden toegang' maken de voorbijganger duidelijk dat dit terrein niet toegankelijk is. De bordjes met 'Slopersbedrijf Stofsteen en zoon' geven de reden aan: hier wordt gesloopt. En toevallig ben ik, als uitvoerder, verantwoordelijk voor de correcte gang van zaken – en natuurlijk voor de broodnodige veiligheid.
Tegenwoordig is het maken van urbex foto's erg in. Mensen die zich toegang verschaffen tot oude, half vervallen panden en daar, ik geef het toe, vaak de prachtigste foto's weten te maken. Maar in ons vak zijn die mensen ook knap lastig. Je weet nooit helemaal zeker of niet de een of andere dappere nét voordat de sloophamer zich in de muren bijt toegang heeft verschaft. Het is voor het bedrijf geen beste reclame als er onder het puin onvoorzichtigen worden aangetroffen en dus is één van mijn taken: controleren of het pand werkelijk geheel verlaten is.
Met dat doel open ik het zware hangslot dat de twee delen van het hekwerk bij elkaar houdt en even later betreed ik het pand. Een welbekende schimmelige stof- en vochtgeur komt me tegemoet. Beneden is er niemand te zien, maar ik moet zeker van zijn zaak zijn, dus voorzichtig beklim ik de houten trap. Als ook de slaapkamers volledig leeg blijken ga ik door naar de zolder. In een enkel geval zijn er op oude zolders nog interessante voorwerpen achtergebleven, het is altijd de moeite waard om eens rond te kijken.
Onder de schuine dakkanten zijn schotten aangebracht, waarachter de vroegere bewoners hun oude troep mooi uit het zicht konden bewaren. De schotten staan nu gedeeltelijk geopend. Toch had ik het nog bijna gemist. Een klein doosje staat daar half in de schaduw. Het is niet helemaal wat ik had verwacht of gehoopt, het ziet er niet naar uit dat dit nog enige waarde heeft. Maar er is nog genoeg tijd, de jongens met hun sloophamers komen pas over een uurtje en de nieuwsgierigheid wint het. Het doosje is van een soort hout, ongeveer 10 bij 10 centimeter en ook zoiets in de hoogte. Het dekseltje klemt – of het zit op slot, ik zie een klein sleutelgat. Als ik het doosje beweeg hoor ik duidelijk iets rammelen. Ik besluit het mee naar beneden te nemen, misschien heb ik ergens een stukje gereedschap waarmee ik het open kan krijgen.