‘Nou, en toen zei ik dat hij groot gelijk had. Ja toch, niet dan?’

De laatste woorden doen me opschrikken, eerlijk gezegd heb ik maar weinig van het hele verhaal gehoord. Dat komt ofwel door het hypnotische geluid van de knippende schaar, ofwel doordat ik mezelf in een meditatieve stand heb gezet. 

Voor sommige mensen is een bezoek aan de kapper het summum van genot dat minimaal eens per week moet worden meegemaakt. Voor mij niet. Ik vind het een ramp. Het begint altijd met die belachelijke cape die strak om je hals wordt gesnoerd. Zo’n ongezellig plastic ding, dat vagelijk doet denken aan een tafelkleed dat veel te lang in een vochtige kelder heeft gelegen.

Loading full article...