Het vurige ideaal
In mijn jeugd speelde ik regelmatig spelletjes. Je weet hoe dat gaat. Jij durft iets, en dan durf ik ook wat, liefst iets meer. Belletje trekken, teksten op muren kladderen, het mee grissen van een rolletje drop. Dat soort werk. Min of meer onschuldig, wie heeft zoiets niet gedaan? Een heilig boontje ben ik nooit geweest, dat was iets voor later. Toekomstmuziek, zal ik maar zeggen.
Ik hield er van om ook online mijn eigen wegen te vinden en te verbergen, niemand heeft daar iets mee te maken. En op die wegen kwam ik hem tegen. ‘Vriend’, zo moest ik hem noemen. En wie kan zeggen dat er iets mis is om een vriend ook ‘Vriend’ te noemen? We raakten in gesprek, zo gaat dat. Alle onderwerpen kwamen voorbij. Vriendschap, liefde, haat, onze studies, waar we in geloofden of juist niet in geloofden. Onze afkeer, onze idealen. Gesprekken van alledag, van iedereen, van alle leeftijden. Vriend wist het allemaal zo duidelijk onder woorden te brengen. We ontdekten hoezeer we hetzelfde gingen denken, hoe we groeiden naar een gemeenschappelijk doel, naar een betere wereld.
We zochten naar manieren om gezien te worden, gehoord, begrepen. We reageerden als we onrecht tegenkwamen, of als domheid om een reactie vroeg. En dat was vaak. Heel vaak.
Het internet biedt zoveel mogelijkheden om de confrontatie aan te gaan. Je kunt reageren op fora, blogs of op nieuwssites. Van argumenteren naar fanatiek stelling, het was geen grote stap. We wilden gehoord worden, er toe doen in de wereld, een rol spelen. Of beter: de weg wijzen. Is dat zo raar?