Schoolkrant ‘De Schoolbazuin’
Ik weet nog precies hoe het begon, en waar ik zat in de klas. Aan de linkerkant van het eerste rijtje vanaf de deur. We begonnen aan een nieuw taallesje in ons taalboek. Zo’n taalles begon altijd met een verhaal en daarna kwamen er allerlei oefeningen met zinnen en thema’s uit dat verhaal. Die oefeningen weet ik niet precies meer. Maar het verhaal ging over een nieuwe schoolkrant. En dat kwam binnen. Want een schoolkrant, dat hadden wij niet.
Ik zat van augustus 1964 tot juli 1971 op de St.Annaschool in Hintham, destijds gemeente Rosmalen, tegenwoordig allemaal gemeente ’s-Hertogenbosch. Het was een kleine en overzichtelijke school. Zes klassen, van de eerste t/m de zesde. En allemaal jongens, want het was een katholieke jongensschool. De school naast ons was de meisjesschool, en onze scholen werden gescheiden door een ijzeren hekwerk met één poortje. Passage via dat poortje was uiteraard wederzijds streng verboden. De school was, zoals we tegenwoordig zouden zeggen, ouderwets degelijk. Gewoon rekenen, taal en dat soort zaken. Dingen als projecten, projectweken, sportdagen en dergelijke kan ik me niet herinneren. En dus ook een schoolkrant was er niet.
Maar dat taallesje hield me bezig. Een schoolkrant. Waarom ook niet? In het taallesje waren het kinderen geweest met het initiatief, waarom zou ik dat ook niet kunnen? Ik stapte na school met de nodige schroom op het hoofd der school af, toevallig ook de onderwijzer van de zesde klas waarin ik zat. Verlegen vroeg ik hem of een schoolkrant niet iets voor onze school was. De man hoorde me welwillend aan. Als ik iets in elkaar wilde zetten, dan mocht ik dat best doen.
Met een aantal kornuiten vormde ik een soort van redactie. We bespraken wat er allemaal in zo’n schoolkrant moest komen. We bedachten moppen, raadsels, wist-u-datjes, en natuurlijk een vervolgverhaal, dat ik voor mijn rekening nam. Het werd een verhaal over indianen en cowboys, want dat genre sprak me in die tijd bijzonder aan.