Te weinig tepels? Dan fok je die toch gewoon...

Schepping: Varkens zijn bij de schepping voorzien van tien tepels, schrijft Karel Knip in een column uit 1998 op internet. De schrijver heeft zich verdiept in het onderwerp Tepeltal. Hij beschrijft een aantal modellen. Twee tepels op een jong komt vrij algemeen voor. Bij paard, ezel, kameel en olifant, maar ook zeeleeuw, tuimelaar en vleermuis. Ook is er een vier tepel, een jong concept. Die vinden we bij de koe en de walrus. Beide modellen treffen we aan bij de mens.

Had een gemiddelde varkenshouderij begin jaren vijftig nog 7 varkens, tegenwoordig houdt een vleesvarkenshouder al snel 1,6 duizend dieren. Ook het aantal grote bedrijven neemt toe. In 2000 waren er 14 bedrijven met 7,5 duizend of meer vleesvarkens, in 2016 waren dat er 89.

In de kernfokkerij van Topigs hebben zeugen vaker 16 speenplaatsen dan 14. Bij fokbedrijf Peters van Dijk in Odiliapeel hebben de N-lijn zeugen in 2013 gemiddeld 15,6 speenplaatsen. Vijf jaar daarvoor zat dat gemiddeld nog op 15,0 spenen. Dit betekent een genetische vooruitgang van gemiddeld 0,12 speen per zeug per jaar.

Meer biggen? Dan ook meer tepels voor de zeug. Alsof het een Ikeaproduct betreft wordt er
gewerkt aan het verhogen van het aantal spenen bij zeugen.

Er worden per moederdier meer biggen geboren en dat heeft gevolgen voor de voedselverstrekking. Volgens actiegroep Wakker Dier werden tien jaar geleden per zeug 11,6 biggen geboren, nu is dat aantal met 2,5 big opgelopen naar 16,1 tot 20. Het aantal tepels is niet meegegaan in dat tempo, waardoor een deel van de biggen te weinig voedsel krijgt en via allerlei kunstgrepen moet worden bijgespijkerd. Volgens Wakker Dier sterven hierdoor onnodig veel roze makkertjes.

Meer spenen

Maar daar wordt door de sector aan gewerkt. ,,We proberen al jaren zeugen te fokken die niet alleen meer biggen werpen, maar ook meer spenen hebben om ze te voeden”. Hoe gaat dat dan? Kun je zulke beesten bestellen, kun je er wat extra spenen aan plakken of moet er op een andere manier aan het originele model worden gesleuteld? Een dierenarts vertelt dat er geen vast aantal spenen per zeug bestaat. Er zijn varkens met tien maar ook met twintig tepels. Je kunt ze met meer spenen fokken door tepelrijke exemplaren te kruisen met beren (mannetjesvarkens) van het vrouwelijke typ. Sommige beren hebben rudimentaire tepels en die moet je hebben. De natuur heeft ervoor gezorgd dat er bijna altijd een paar tepels over zijn. Er kan er eens eentje uitvallen of er komt een jong meer dan gedacht. Een das heeft bijvoorbeeld zes tepels en krijg twee tot drie jongen.

Mastomys

Maar de Zuid-Afrikaanse rat Mastomys tart deze logica. Die heeft 24 tepels en krijgt gemiddeld 8,5 jong. En dan zijn er ook nog beesten met twee tepels die meer dan twee jongen groot brengen, zoals de geit en het konijn. De kleintjes wisselen elkaar gewoon af. Eigenlijk doet elk dier maar wat. En dat kan bij varkens problematisch zijn. Elke big pikt een vaste speen in en duldt op deze persoonlijke voorziening geen concurrentie. De zwaarste biggen liggen vooraan bij de beste spenen en de overtollige broertjes en zusjes hebben het nakijken. Dan zorg je natuurlijk niet voor minder biggen, maar voor meer tepels. Logisch.

Boeren en slachthuis medewerkers denken nog steeds dat dieren dingen zijn, zonder gevoel of het vermogen pijn te ervaren. In deze zienswijze is er weinig of geen verschil tussen een dier en -bijvoorbeeld- een klok. Tegenwoordig is er bewijs dat dieren wel degelijk gevoel hebben. Net als mensen zijn ze in staat pijn en emoties te ervaren, te leren en zich goed of slecht te voelen. Of er sprake is van goed of slecht dierenwelzijn kan aan het dier gemeten worden. Eind 2009 werd een wetenschappelijk Europees project ('Welfare Quality') afgerond, waarin meer dan 100 wetenschappers meetbare welzijnscriteria opstelden voor de belangrijkste diersoorten in de veehouderij.

boeren

Opnieuw schokkende beelden slachthuis: varkens en koeien krijgen klappen en stroomstoten. Op nieuwe undercoverbeelden uit een groot Nederlands slachthuis is te zien hoe varkens en runderen worden mishandeld, geslagen en opgejaagd met elektroshocks. De beelden zijn gemaakt bij slachterij Gosschalk in Epe, door iemand die er 20 dagen lang undercover werkte als stalmedewerker. Toezichthouder NVWA grijpt in en neemt harde maatregelen.


‘De veeteelt in Nederland is doodziek en walgelijk’.
Druktemaker Marcel van Roosmalen windt er geen doekjes om. Nadat opnieuw beelden van ernstige dierenmishandeling bij een slachthuis naar buiten kwamen. ‘Onze boeren profileren zich graag als voedselbereiders. Ze houden heel erg van hun dieren, ze mesten ze vet in kleine ruimtes, precies zo dicht op elkaar dat het kan volgens de regels en ze aaien ze vervolgens naar het slachthuis, waar de dood in worden getrapt, geslagen en getreiterd.’

Loading full article...