Het buitenbeenbuurvrouwtje, deel 1
'Dat mens spoort niet,' wordt gefluisterd. Ik heb me er nooit echt iets van aan proberen te trekken, ben zelf ook niet een al te sociaal type. Mensen moeten bij mij ook wel eens hun bedenkingen hebben. Maar zo erg als zij? Ja, ze is inderdaad wel een buitenbeentje.
Hier in ons dorp gluurt men maar wat graag even bij de buren naar binnen, maar zij heeft haar gordijnen altijd potdicht zitten. Hier in ons dorp is ook niet iedereen volgens de laatst modegrillen gekleed, maar ze zijn hier allemaal wel bij de tijd; zij niet. Ze draagt kleding uit het jaar nul. En terwijl hier in ons dorp de mensen elkaar altijd groeten, het kost niets om even gedag te zeggen in het voorbijgaan, groet zij niemand. Echt nooit. Zo maakt ze van zichzelf een parasiet. Niemand uit de straat wil wat met haar te maken hebben. Eigenlijk wel zielig; maar uit zelfprotectie sluit ik me toch maar bij de meute aan.
Tot mijn grote schrik vond ik vanmorgen een envelopje in mijn brievenbus waarin een kort briefje zat en een sleutel. De afzender was het niet sporende mens. Ze vroeg me in het krabbeltje of ik twee weken op haar huis wou letten, haar kat wilde verzorgen en haar post op de tafel in de keuken wilde leggen. Ze schreef erbij dat ze op facebook gelezen had dat ik dit jaar zelf niet op vakantie ging en ze niemand anders wist die ze zoiets intiems kon vragen. Nou ja zeg. Ik rolde bijna om van verbazing. Ik had inderdaad op facebook geschreven dat ik dit jaar niet weg zou gaan, maar ik was altijd in de veronderstelling dat mijn statusberichten niet voor iedereen te zien waren. Dat klote facebook toch ook. Nou ja, ’t is niet anders, in ’t vervolg maar beter opletten. Tot nu toe wist ik niets van het bestaan van een kat af en denk eerlijk gezegd ook niet dat ze veel post zal krijgen. Want wanneer ik één iemand goed in de gaten hou is het de postbode wel; dat lekkere ding verlies ik niet uit het oog wanneer hij wat bij mij naar binnen komt schuiven. Bij haar had ik hem nog nooit wat in de bus zien doen. Maar waar ik vooral zo van opkijk: zo vraag je dat toch niet, in een briefje? Dan kom je toch even persoonlijk aan de deur.
Tot over twee weken, staat er in het laatste regeltje. Ze is dus al vertrokken en plaatst mij nu voor een voldongen feit. Daar ben ik mooi klaar mee. Ik word opgescheept met iemand waar geen ander mee te maken wil hebben.