#stories 


Een onzinverhaaltje met een maatschappelijk knipoogje.

'Aaltje,' zeg ik tegen mijn man: 'We gaan het totaal anders aanpakken dan ze ooit van ons gewend zijn.'
'Max,' piept mijn man terug: 'Je weet dat ik er altijd gruwelijke hekel aan heb dat je me een mietjesnaam toedeelt. Andere aanpak, oké, maar noem me geen Aaltje, ik lijk wel een pispaaltje.'
Ondanks de lichte irritatie van hem, moet hij toch grinniken om zijn eigen aanvulling. Aaltje het pispaaltje. Mijn enigszins laatdunkende glimlach valt hem niet hem niet op. Jarenlang ben ik al bezig geweest met hem in te palmen. Hij heeft het niet eens in de gaten gehad, slikte elk woord van mij als zoete appeltaart in en ik hoefde hem maar met vleiende gebaartjes limonadesiroop om de mond te smeren en hij was als vaseline in mijn handen. Ik heb inmiddels echt een flinke vinger in halfvolle koffiemelkse pap, dat mag wel duidelijk zijn.

Ik heb een afspraak gemaakt met dé perfecte kapper om mijn gladde Aal eruit te laten zien als flierefluiter, best wel een flinke klus. Maar Mari wel toevertrouwd. Hij is in slechts 5 luttele uurtjes klaar met manlief en heeft ook nog een passende outfit voor mij. Ik kijk goedkeurend in de spiegel, we er echt uit als een stel perfecte aso’s.
Niemand zal ons nu nog herkennen.
Maar omdat ik nou eenmaal niet de persoon ernaar ben om over één nacht elfstedenijs te gaan, lopen we nog even ons vaste lunchcafé binnen, ik vraag om de vakantiekaart. We worden er net zo hard weer uitgezet met de hautaine mededeling dat dit geen één of ander inloophuis is, maar een net establishment voor de hooggeplaatste medemens, wij als stelletje zwervers horen daar niet thuis .
'Omhooggevallen stelletje eikels,' roep ik uit voor Aaltje onze vermomming een beetje dom prijsgeeft.

'Kom mee,' zeg ik tegen mijn verongelijkte man, die het niet gewend is om als stuk vuil behandeld te worden. 'We hebben nog meer te doen.'
We lopen door een achterbuurt, vallen hier helemaal niet op.
'We gaan Jan blij maken met een bezoekje,' zeg ik tegen mijn man en loop zelfbewust een kraakpand binnen. De verbaasde ‘bewoner’ schrikt zich te pletter wanneer we zomaar bij hem binnenvallen. Hij valt op zijn knieën wanneer hij mij herkent, ware afkomst verloochend zich nou eenmaal niet.
'Alstublieft majesteit, vergeeft u mij mijn huishouden van Jan Steen, ik ben driftig op zoek naar huisvesting en ben al een keer uit een woning gezet omdat volgens buren ik er een chaotische bende van maakte en ik mijn huur niet langer op kon brengen door het genaai van de regering. Ik kon niet langer gebruik maken van mijn sociale rechten. Mijn schulden liepen te hoog op.'
De ogen van de man staan radeloos en ik tast diep in mijn buidel en haal er een flinke hoeveelheid onterechte gouden handdrukken uit.

Met een grote gulle glimlach reik ik één van hen naar Jan: 'Hier, alsjeblieft, doe er wat leuks mee,' en tegen mijn man: 'Ja Aaltje, ook iedere sloopwoning heeft zijn kruisje, maar niet iedereen heeft dezelfde financiële status om de kruizen te dragen. Daar richten we onze nieuwe aanpak op. Een betere verdeling van de gouden handdrukken.'

En zo leven we nog lang en gelukkig in een ware sprookjesmaatschappij.

Het huishouden van Jan Steen krijgt visite van de Koningin

6 comments