Het landschap en De Mensen
Rond 1850 kwam de regering tot de conclusie dat het zo niet verder kon. Het Nederlandse landschap moest verbeteren nuttiger en productiever. Anno 2023 staan we voor dezelfde uitdaging het Nederlandse landschap moet op de schop.
Na 1850 begon de campagne om het Nederlandse landschap te verbeteren. De onafzienbare heidevelden, zandverstuivingen en moerassen werden kleiner en in landbouwgrond veranderd. Na 1900 werden natte akkers en weilanden drooggemaakt, duizenden kilometers rivieren en beken werden herschapen in kanalen. Het landschap werd nuttiger, productiever. Ook de mensen die er woonden en werkten werden verbeterd. De nieuwe rationele omgeving kon immers niet met hun oude bijgeloof en voorvaderlijke methoden worden bewerkt. Verhoging van de productiviteit beloofde welvaart, maar vereiste gehoorzaamheid aan de moderne leefregels die vanuit de grote steden over het platteland werden verbreid: geloven in efficiëntie, weten dat tijd geld is.
Hét onderwerp waar de regering al sinds 1975 (toen was het stikstof probleem al bekend) op vastloopt: het terugbrengen van stikstofuitstoot door de veehouderij en het terug brengen van de veestapel keien, varkens, kippen en geiten.
De landbouwproblemen in feite veel groter zijn dan alleen stikstof. De landbouw stoot ook te veel broeikasgassen uit, vervuilt het water, duldt steeds minder natuur, maakt het landschap steeds saaier, en sluit ook nog eens slecht aan op de behoefte aan gezonde voeding.
Er is een radicale systeemverandering nodig net als in 1850.
De boeren terroriseren de regering. Deuren van het stadhuis inbeuken, asbest op de snelweg mieteren, met fakkels op huisbezoek bij de minister, het gebeurd. Zo blijft het aanmodderen.