Het was altijd al de droom geweest van Otto Camerlingh, om eindelijk uit de schaduw van zijn beroemde vader en grootvader, beiden belangrijk industrieel en zelfs een tijdje kamerlid, te treden. Het opscheppen tijdens de familiediners, en dan bedoel ik niet alleen de aardappels en de doperwtjes waren zo langzamerhand onverdraaglijk. Beide illustere voorouders hadden het tot ridder geschopt, helaas niet letterlijk, dus niet door overerving van een titel, maar door de versierselen van de betreffende orde door de burgemeester tijdens de jaarlijkse lintjesregen opgespeld te krijgen. Begrijpelijk dat dit jaarlijkse evenement op Otto een enorme aantrekkingskracht uitoefende.

Maar eerlijk gezegd, Otto begreep best dat hij als hulpje van de assistent van de tweede secretaris van de burgemeester vooralsnog weinig kans maakte om via de beroeps-route zo’n onderscheiding in de wacht te slepen.

De route via het vrijwilligerswerk was een logisch en veelbelovend alternatief. Maar helaas, er was geen enkele club die hem nog als vrijwilliger wilde laten werken, iets waar zijn aangeboren onhandigheid ongetwijfeld debet aan was. Het aantal gebroken glazen en kopjes in het bejaardentehuis aan de rand van het dorp was haast niet meer te tellen, de appeltaarten die hij had gebakken waren zo hard en donker, dat ze beter geschikt zouden zijn om te gebruiken voor metselwerk en de ballonnen die hij had opgeblazen voor het feestje van meneer Schoffelen, de oudste bewoner van datzelfde tehuis was er, bijeengehouden in een ballonnen-boeket helaas voortijdig door het luchtruim vandoor gegaan. Bijzonder spijtig was dat de heer Schoffelen in een onbewaakt ogenblik zijn gebit aan een van die ballonnen had vastgeknoopt. Het was nog een hele toestand geweest, met de directeur en met de verzekering.

Een poging om zich via een sportprestatie van formaat in de gewenste positie te manoeuvreren was al evenzeer op een domper uitgelopen. Ze gunden het hem gewoon niet om zich in de prijzen te spelen. Als Otto helemaal eerlijk was, niet dat hij dat hardop hoefde uit te spreken, het zou ook aan zijn algehele conditie gelegen kunnen hebben. Voor de meeste sporten heb je bepaalde vaardigheden en technieken nodig, en ook uithoudingsvermogen en conditie zijn van groot belang. Iemand die, zoals Otto, in zijn vrije tijd nauwelijks van de bank komt, heeft bepaald niet de beste papieren. Een oude krant was een stuk fitter, en dat maakt ongetwijfeld veel duidelijk.

Loading full article...

10 comments
en driedelig grijs kon het schoonmaakgerei niet meer ontwijken.
@marijke een schoonmaakcatastrofe dus...
En uiteraard biedt ik me ook aan bij dit verhaal om er een vervolg aan te knopen. Maar wacht eerst even af of er nog andere gegadigden zijn.
@Dana, ik ben nu al nieuwsgierig :-)
More replies (1)
Arme lintjesjager, maar je hebt er wel weer een smakelijke opening van weten te brouwen, het zal mij benieuwen wie hier allemaal een vervolg aan willen breien. Helemaal goed hoor, het minimale aantal steekwoorden is correct en het zinnetje is ook precies wat ik bedoelde.
Haha zie het voor me. Zo loopt hij dus in feite op z'n tandvlees...
@Ingrid, uit ervaring kan ik zeggen: dat loopt nogal onhandig...