Săpânţa is op het eerste gezicht een onbeduidend dorpje in het noorden van Roemenië, vlak tegen de grens met de Oecraïne, waar de tijd stil heeft gestaan.  Zo'n 1000 inwoners lijken er een rustig bestaan te leiden, leven grotendeels nog van wat het land opbrengt. Althans zo was het tot aan de revolutie in 1989. Toen veranderde er iets. Niet zozeer aan het dorpje zelf, want wat plotseling een enorme trekpleister voor toeristen werd, was hier al tientallen jaren te vinden en werd tijdens het communistisch bewind gezien als een rare lokale gewoonte. Wie maakt nu van een kerkhof zo'n vrolijke bedoening?

Hier is het graf te zien van de man waar het allemaal mee begon, Ioan Patras Stan. Hij was de plaatselijke houtbewerker tot wiens werk ook het maken van de kruisen op de graven behoorde. Tot in de dertiger jaren waren, zoals overal in deze streek, de kruisen van hout en werden de gegevens van de overledene in het hout gesneden. Wat precies de aanleiding was weet niemand maar op een dag maakte Ioan een grafkruis waarop hij het portret van de overledene uitsneed en de tekst in de vorm van een gedicht aanbracht. Het geheel schilderde hij in vrolijke kleuren. De bewoners zullen aanvankelijk gek opgekeken hebben maar vonden het blijkbaar wel heel mooi. Vanaf dat moment werden alle grafkruisen zo uitgevoerd.

Het kerkhof staat nu vol met vrolijke kruisen. Naast een begaafd houtsnijder was Ioan ook een niet onverdienstelijk dichter die in een paar, vaak humorvolle zinnen,  de persoonlijkheid en het leven van een persoon wist samen te vatten. Veel teksten zijn in de ik-vorm geschreven, alsof de persoon zelfs iets over zijn leven vertelt. Andere teksten leveren stevige kritiek met meldingen over ontrouw, luiheid of drinkgedrag. 

"Van één ding hield ik meer, om in de kroeg aan tafel te zitten, naast de vrouw van een ander."

Loading full article...