Hoe het betrouwbaarheidsinterval te bepalen
Betrouwbaarheidsintervallen vormen een integraal onderdeel van statistische analyse en bieden nuttige informatie over een schatting van de gegevensvariabiliteit en de nauwkeurigheid ervan. (Ze) bieden een bereik waarbinnen waarschijnlijk een reële populatieparameter wordt gevonden en die onderzoekers, beroepsbeoefenaren uit de industrie en beleidsmakers kunnen gebruiken om weloverwogen beslissingen te nemen. In deze blog wordt ingegaan op het idee van betrouwbaarheidsintervallen, hoe ze moeten worden berekend en hoe ze kunnen worden gebruikt, bij voorkeur. Aan het einde van deze handleiding zult u duidelijk begrijpen hoe u een betrouwbaarheidsinterval kunt bepalen en waarom dit belangrijk is.
Wat is een betrouwbaarheidsinterval?
EEN zelfvertrouwen interval (CI) is een verzameling mogelijke waarden, afgeleid van de steekproefgegevens, die waarschijnlijk de werkelijke populatieparameter zullen dekken. Als een enquête bijvoorbeeld een schatting geeft van het gemiddelde inkomen van de bevolking van 47000 tot $53000, betekent dit dat er een kans van 95% is dat het werkelijke gemiddelde inkomen binnen dit bereik ligt.
zelfvertrouwen intervallen bieden een maatstaf voor de onzekerheid in schattingen, en zijn dus een zeer nuttig technisch hulpmiddel in statistieken voor gevolgtrekkingen.
Belangrijkste componenten van een betrouwbaarheidsinterval
Stappen om een betrouwbaarheidsinterval te bepalen
Identificeer de steekproefstatistiek
Begin met de puntschatting (bijv., steekproefgemiddelde of steekproefverhouding). Dit is het middelpunt van je betrouwbaarheidsinterval.