“Pierre van Zanten is uw neef? Een ober van strandpaviljoen de Zeester? Daar ben ik wel eens geweest, kan ik mij herinneren. Dat was vorig jaar zomer, als ik mij niet vergis. Als hij ober is in een strandpaviljoen, dan is hij in elk geval geen tijdreiziger zoals die vriend van u, met die parelketting. Of hij moet het alleen in zijn vrije tijd zijn. Waar is die vriend van u trouwens gebleven?”

“Die is z’n tijdmobiel aan het repareren, in de ruimte hiernaast.”

“Hiernaast? Dat lijkt me stug. Hiernaast zijn de keukens van de Hartman Veste. Waar de kaaskroketten worden bereid en de borrels worden ingeschonken.”

“Maar we zijn zojuist hiernaast aangekomen met de tijdmobiel. We zijn uitgestapt in een hoge, grijze, dampige kamer en via een deur in deze festivalruimte beland.”

Loading full article...