Je bent zo'n mooi persoon

Ja je bent zo heel erg mooi, ook al vind je dat zelf eigenlijk helemaal niet. Je blijft vaak wat op de achtergrond, doet dingen voor anderen, maar niemand weet dat je dat doet. Jij verdient dat lintje, maar je krijgt het niet, want niemand merkt je op. Niemand weet, hoeveel jij je opoffert voor anderen, niemand weet, wat voor een geweldig mens er in je schuilt. Niemand kent je, zoals ik je ken. Niemand begrijpt je, zoals ik je begrijp. Niemand weet, wat ik wel weet en dat is, dat je een prachtig mens bent en dat je het waard bent om in de schijnwerpers te staan. Dat iedereen applaudisseert voor je, dat mensen weten, wat je allemaal doet, dat mensen weten hoeveel jij waard bent. Maar jij verschuilt je, je wilt helemaal niet in de schijnwerpers, je wilt, gewoon, zonder aandacht, verder gaan met wat je doet, met waar je mee bezig bent.

Je voelt je zo eenzaam

Niemand begrijpt hoe donker je alles inziet, hoeveel verdriet ze je hebben aangedaan. Je denkt, dat de wereld tegen je is, dat niemand om je geeft, maar dat is niet waar! Ik geef om je, ik weet hoe mooi je bent, hoe sterk je bent, en hoe lief je lacht. je maakt me gelukkig als je lacht, je kunt gelukkig zijn, ik hou van je! Jouw kleuren zijn zo mooi. Dus wees niet bang, laat je lach zien, laat jezelf zien en laat zien wie je bent, want je mag gezien worden, je bent prachtig! Ook al voel je de last op je schouders, de angst voor afwijzing, je hoeft echt niet bang te zijn, je bent echt heel mooi!

Het ongeluk

Het overkwam je, je kon er niets aan doen. Je wist niet wat er gebeurde, maar je voelde wel de pijn, je rook het schroeiende vlees, je rook de rook, je had het gevoel dat je zou stikken. Je zag niets, je hoorde mensen gillen en je wilde weg, maar steeds weer struikelde je, waarover? Waren er nog meer mensen, lagen er mensen op de grond? Je voelde dat iemand je enkel vastgreep, je wilde weg, weg uit deze enge omgeving, je wilde lucht, je wilde uit die hitte, je wilde deze lucht niet meer ruiken. Je ruikt het nog steeds, voor zover je nog ruiken kan. Je ademt nog steeds moeilijk en wanneer mensen naar je kijken, dan krijg je het weer benauwd, je denkt weer terug, terug aan die vreselijke brand, die vreselijke geluiden, het knetteren van het hout, de gillende mensen en de loeiende sirenes van de ambulances, brandweer en politie. Je droomt nog steeds over het niet kunnen vinden van de uitgang, je voelt steeds weer die hand, die je enkel omsloot, je bent bang, je blijft bang, je durft mensen niet aan te kijken, bang voor hun reactie, bang om afgewezen te worden.

Je belt me weleens op

Je belt me weleens op, dan moet je je verdriet even kwijt, je hart luchten en je vraagt me om raad. Het is zo moeilijk om de draad weer op te pakken, je hebt je leven behouden, maar je vraagt je af, hoe je nu verder moet. Je bent gehavend, je bent beschadigd, van binnen en van buiten. Je gezicht is verandert, je hebt vreselijke littekens overgehouden. Van binnen brand het nog steeds, van binnen voel je het verlies, de mensen, die er ook waren, de vrienden en vriendinnen, velen waren er ineens niet meer, zij hebben de brand niet overleefd, maar jij wel en nog een paar mensen. Je kunt gelukkig met ze praten, met ze rouwen, je leed delen. Soms heb je even iemand nodig, die je verteld dat je mooi bent, ook al voel je dat zelf niet zo, maar weet, je bent prachtig!

Loading full article...