De schim (part 10)
Zo'n ontmoeting had hij nog nooit in zijn leven gehad en nog steeds maakte het grote indruk op hem. Het leek wel alsof hij er nog niet over uit kon en het weken tijd kostte om het te verwerken. Hij haalde zijn schouders op. Dat was dan maar zo, besloot hij. Niets zou hem ervan afhouden, door te zetten. Misschien ging dat wel altijd op deze manier. Dat je ergens wist dat ineens je leven een andere richting zou gaan krijgen.
Daar was hij namelijk nogal van overtuigt. Het gesprek had een vanzelfsprekendheid, alsof zij elkaar al jaren kenden en toch moesten ze van alles aan elkaar kwijt. Natuurlijk was het veel te kort en moesten ze, veel te snel, afscheid nemen. Daarom hadden zij een afspraak gemaakt, die met een ferme handdruk werd beklonken. Anton zou hem elke week schrijven. De brieven bewaren en ze eens in de twee maanden afleveren op een speciaal adres.
Deze twee maanden waren bijna om en het werd tijd om te kijken of hij een fiets kon lenen. Te voet was veel te ver. Ook moest hij een smoes bedenken, maar dat zou geen probleem zijn. Daar draaide hij zijn hand niet voor om, immers. Op de kermis had hij vaak genoeg te maken gehad met praatjesmakers en leugenaars. Dat kwam hem nu handig van pas. Maar een fiets? Mogen lenen?Â