Die avond hoorde hij, een raar geluid, als een soort ratel. Hij was nog even een wandelingetje gaan maken, in de hoop wat jongens tegen te komen, die hem misschien verder konden helpen. Dat was niet gelukt. Na het partijtje voetballen was iedereen snel vertrokken. Doelloos had Anton nog een beetje rondgeslenterd, in gedachten verzonken. Toen hij plotseling dus stil bleef staan.


Verbaasd keek hij om zich heen. Hij kon, wat hij hoorde, in het geheel niet thuisbrengen. Zou het dan een dier zijn, dat hij helemaal niet kent? Misschien een ratelslang, want die had hij nog nooit gehoord. Zaten er slangen in Dordrecht?  Op de peel kwam je hooguit eens een addertje tegen, maar zelfs dat genoegen had hij nog nooit gehad. Turend in het gras en langs de struiken, ging hij op zoek.


Telkens stond hij stil, wachtte tot hij het geluid weer hoorde om er dan zo gericht mogelijk naar toe te lopen. Dat leek hem de beste en snelste methode, om uiteindelijk het raadsel te kunnen oplossen. Hij hoopte maar dat het beest zich niet zou verplaatsen of schrikken. Daarom pakte hij het voorzichtig aan en ging schoorvoetend verder. Ondertussen hield hij toch de omgeving in de gaten en keek hij ook regelmatig omhoog, Je kon nooit weten.

Loading full article...

Spannend hoor!
Na deel 10 meteen doorgeklikt.

Hoe dan ook, ergens zit er altijd een addertje onder het gras...
hé nu laat je me in spanning achter....