Met de billen bloot

In het kader van, u vraagt, wij draaien, doe ik nogmaals een verwoede poging om boven mijzelf uit te stijgen. Wetend dat driemaal scheepsrecht is, zal ik de koe bij de hoorns vatten. Trouwens, wie de schoen past.....
Lachend als een boer met kiespijn, graaf ik een kuil, waar ik (waarschijnlijk) zelf in zal vallen, mij van de prins geen kwaad wetend en ondertussen mijn handen in onschuld wassend.
Het is in deze wereld allemaal geen koek en ei, dus zijn er vele die in koele bloede kletskoek verkopen. Maar al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald hem wel. Toch al bekend staand als de bonte hond met de blauwe staart kan ik net zo goed ook de gebeten hond zijn. Of misschien het zwarte schaap.
Pas nog zo ziek als een hond, het heen en weer gekregen, aan de lopende band, mij een brokkenpiloot voelend, schrijf ik het maar op mijn buik, dat ik weer snel in het zadel zal zitten, om vliegensvlug in het geweer te kunnen komen. Op mijn tellen passend, begeef ik mij op glad ijs, om zo uit de losse pols veel zoden aan de dijk te zetten.
Het zal wel het ene oor in en het andere oor uit gaan. Probeer ik mij het hoofd te bieden en mooi weer te spelen, terwijl mijn schrijfsels het daglicht zien, niet altijd hetzelfde deuntje zingend, flierefluitend alles maar onder stoelen en banken stekend. Maar de boog kan niet altijd gespannen zijn, dus moet ik ook dingen van mij af laten glijden, kan het niet altijd kaviaar zijn, en moeten wij soms de broekriem aantrekken.
Heel knap!