Soms.

Vond jij.

Haar weer terug.

Trillend in de achtertuin.

Op een donkere, koude nacht.

In elkaar gedoken in een hoekje.

Haar armen strak om de benen geklemd.

Hoofd gebogen op de knieën, zo’n triest gezicht.

Dan was er iets onbenulligs gebeurd, dat haar triggerde.

Overrompeld door vertederend gevoel, ging jij naast haar zitten dan.

Mededogen. (edit, tekst staat ook eronder)