Ik ben de opstanding, zei Jezus
Pasen is het feest van de opstanding
Pasen is een bijzonder feest. Het is in feite door God Zelf ingesteld, toen het volk Israël bevrijd werd na 430 jaar slavernij in Egypte. Het stond vanaf toen symbool voor de grote verlossing die zou komen. Een bevrijding, die al op de eerste bladzijden van de Bijbel - direct na de zondeval van Adam en Eva - is aangekondigd.
Jezus sprak de woorden ‘Ik ben de opstanding en het leven’ uit op een bijzonder moment in de geschiedenis. Zijn vriend Lazarus is overleden en is inmiddels ook begraven. ‘Dood is dood’ en ‘God is dood’ zijn door sommige mensen gebezigde uitspraken. Maar Jezus gebruikt dus andere woorden.
Hij geeft hoop in bange, onzekere tijden. Rouw en verdriet hebben niet het laatste woord. Zeker niet als Hij op het toneel verschijnt. Dat merken Maria en Martha aan den lijve. En mèt hen zijn diverse andere mensen getuige van het wonder van de opstanding uit de dood. Lazarus komt, als Jezus hem roept, zijn graf uit wandelen. De lijkwaden worden daarna snel van hem afgewikkeld.