Schrijfuitdaging maart 2018
Haar jas is veel te dik. Ik merk het aan de manier waarop ze door haar haren strijkt als ze zich moet bukken om een fles melk te nemen. Het blijft een beetje aan haar voorhoofd kleven. Waarom is ze zo warm aangekleed? Heeft ze niet gemerkt dat het de laatste weken veel warmer is geworden? We zijn tenslotte al maart.
Maar ze intrigeert me. Ik volg op gepaste afstand haar tocht doorheen de winkel. Ze heeft ongeveer hetzelfde gekocht als een week geleden. Is ze verknocht aan dat ene merk van aardbeienjam of zou ze vandaag eens iets anders proberen? Ik zou het haar bijna willen voorstellen, maar ik  hou wijselijk mijn mond.Â
Aan de diepvriespizza's ga ik net dat tikje dichter bij haar in de buurt staan. Het benieuwt me, wat heeft deze vrouw te verbergen onder die warme, dikke winterjas? Ze gedraagt zich onopvallend, of ze doet toch verwoede pogingen om op de achtergrond te blijven. Niemand gunt haar een blik, behalve ik. Steels hou ik haar in de gaten en speel met een geweldige nonchalance een vergelijkende studie tussen de pizza's van het huismerk en die van Dr Oetker.
Ze kijkt naar me, ik voel haar ogen op mijn trui rusten. Maar ik verroer me niet, ik veins desinteresse in haar en de rest van het warenhuis. Toneelspelen is altijd al mijn ding geweest. Mijn moeder zei dat het me wel vaker van pas ging komen. Een wijze vrouw is ze, dat moedertje van me. Zou deze dame misschien vandaag het lef hebben om me aan te spreken?
Vorige week had ik het bijna in haar plaats gedaan, ik dacht dat het strelen van de appels het hem zou doen. Haar ranke vingers raakten het fruit aan met zo'n onwaarschijnlijke tederheid. Even vreesde ik ter plaatse in elkaar te zakken van ingehouden emoties. Wat dát doet die onbekende met me, het is te gek voor woorden. Maar is de waarheid dat niet meestal?
Het loopje van mijn gedachten heeft de tijd doen versnellen. Ze staat alweer aan de kassa, klaar om dezelfde boodschappen als vorige week af te rekenen. Ik wil de kassierster toeschreeuwen dat ze zich moet bukken of - als ze daar nog de kans toe krijgt - heel hard weg moet rennen. Want in een flits kijk ik twee minuten verder in de tijd en zie hoe deze mooie, jonge vrouw de rits van haar veel te dikke jas openmaakt en de kassierster een kogel door het hoofd jaagt.
Maar ik kijk te veel televisie, dat is duidelijk. Want ze haalt uiteraard enkel haar geldbeugel uit haar jas om gepast te betalen. Ook dat is iets wat haar typeert. En daar gaat ze dan... veel te warm gekleed voor de tijd van het jaar. En ik blijf achter met mijn fantasie. Onzichtbaar in mijn dunne regenjas mompel ik: 'Tot volgende week.'
de veel te grote jas verbergt een te dikke buik en ondertussen was het wel een spannend verhaal, dank