Ko zwaait met het toverstokje in het rond. 'Breng mij naar de heksenkring terug!'
Er gebeurd niks. Hij probeert het nog een keer. De kanarie zwaait zo hard met het stokje in de rondte dat de vonken er vanaf springen.
'Breng me terug!' roept hij zo hard hij kan.
Dan hoort hij de kakelende lach van de heks.
'Hahaha, dacht je dat je zo terug kon komen, domme kanarie?'
'Ik zou niet zo'n grote mond opzetten als ik jou was, lelijke heks,' zegt Ko. 'Ik kan je nog steeds in een hond veranderen. Of misschien beter in een kat. Of een muis. Of een rat.'
De heks werpt Ko een woedende blik toe, terwijl ze zich uit de wurgende greep van de bulldog probeert te worstelen. Met een bezweet hoofd weet ze zich uiteindelijk te bevrijden van de kwijlende hond.

Loading full article...