Kimmie en Ko en de heksenkring (4)
De kabouter veegt zijn jasje schoon en zet zijn muts weer op.
'Wat zal mijn vrouw zeggen als ik in deze vieze kleren thuis kom?' beklaagt hij zich hardop.
Kimmie kijkt het kereltje lachend aan. 'U ziet er nog prima uit, hoor.'
'O, dank je wel, lieve kanarie.'
'Mag ik u iets vragen?'
Natuurlijk, ga je gang.'
'Ik ben mijn man Ko kwijtgeraakt.'
'Waar heb je hem het laatst gezien?' vraagt de kabouter.
'Daar,' wijst Kimmie, 'in die heksenkring.'
'O, maar dat is niet goed.
'Niet goed?'
'Nee, je moet nooit in een heksenkring gaan. Dat is heel gevaarlijk!'
'Echt waar?'
'Ja, hij is waarschijnlijk meegenomen door een heks.'
'Nee toch? Hoe kan ik hem vinden?'
'Heksenkringen zijn vaak poorten naar een andere plek. Soms leiden ze direct naar het huis van de heks. Zo reizen ze sneller en onopgemerkt.'