Klaar met spinnenangst!
Je hebt mensen die spinnen vies vinden, ze liever niet in huis hebben, ze eng vinden en je hebt mensen die liever doodgaan dan met een spin geconfronteerd te worden. In die laatste categorie viel ik.
Ik ben altijd al panisch geweest voor huisspinnen of groter. Hooiwagens of kruisspinnen hebben me gek genoeg nooit geïnteresseerd. Het ging mij echt om de tarantula's van Nederland: de monsterlijke huisspinnen. Bij het zien van het monster komt eerst de ijselijke gil en daarna het vluchten uit de betreffende kamer. Dat was nooit echt een probleem, want voorheen was er altijd iemand die mij kon redden van het angstaanjagende beest. Helaas is dat, nu ik voor het eerst in mijn leven alleen woon, wel anders.
Waarom zet ik het huis liever in de fik dan terug naar binnen te gaan met het risico dat plotseling zo'n monster weer verschijnt? Waarom zie ik het als angstaanjagende monsters? Het antwoord op die vragen is gelijk het meest frustrerende van het hele verhaal: ik weet het niet. Ik heb geen idee waar de angst vandaan komt en tot voor kort wist ik ook niet hoe ik ervan af moest komen. Eerlijk gezegd wilde ik me daar voorheen ook niet in verdiepen, maar een tijdje geleden had ik geen keuze meer. Toen moest ik het onder ogen zien. Dit kon zo niet langer: ik ben klaar met spinnenangst!
Gootsteenmonster
Nietsvermoedend liep ik op een ochtend de keuken in. Ik pakte iets van het aanrecht en meteen kwam de ijselijke gil: in de enige gootsteen die mijn keuken rijk is, zat een monster. De eerste instinctieve reactie diende zich aan: spullen pakken, huis ontvluchten en ontbijt en lunch in de supermarkt regelen. Gelijk gevolgd door een wat rationelere conclusie: dan zal je dus ook het avondeten buitenshuis moeten regelen en dat voor waarschijnlijk de rest van je leven, want ik had wel begrepen dat het oppervlak van een gootsteen of bad zo glad is, dat een spin daar niet meer uitkomt. Realisatie: hij zit er dus vanavond nog. Alsof het plotseling 20 graden vriest, trilt mijn lichaam ongecontroleerd en volgt de hysterische huilbui. Wat moet ik nou? Daarna volgt, hoe tegendraads ook, de nieuwsgierigheid: wat doet dat beest daar? Ik schuifel millimeter voor millimeter naar de gootsteen tot ik het monster net kan zien: hij heeft iets! Maar wat? Ik dwing mezelf een foto te maken, pak mijn camera en omdat ik natuurlijk niet te dichtbij kan komen, blijf ik bij de deuropening staan en zoom in. Het monster heeft een gebakken spekje te pakken (klik hier voor de foto). Het spekje is, tot mijn grote schrik, nog iets groter dan zijn lijf. Werkelijk, eten die beesten nog spekjes ook?!