Hoe jouw kleding wereldwijd problemen veroorzaakt. De winter komt eraan, en dus worden de kledingkasten weer winterklaar gemaakt. Het resultaat? Vuilniszakken vol shirts, schoenen en broeken die naar de kledingcontainer worden verplaatst. Terwijl wij onze kleding à la Marie Kondo in een container gooien (‘Bedankt, trui, voor je warmte. Doei!’) kampen mensen in Rwanda met een kledingtekort. Opruimgoeroe Marie Kondo weer tevreden en jij holistisch en schoon. We doen wat goed, denken we: we verspillen niets en maken er een ander blij mee.

Maar is dat wel zo goed? We verschepen onze afdankertjes massaal naar het buitenland, waar het opnieuw verkocht wordt. In 2012 ging het om 90 miljoen kilo textiel (grofweg zo'n 140 miljoen spijkerbroeken). Nederland is al jaren één van de wereldwijde kampioenen in het exporteren van tweedehandskleding. Zo kan het dat jouw sloppy second op één van de levendige tweedehandskleding-markten in Oost- of West-Afrika terecht komt. Wij blij, zij blij, zou je zeggen.

Maar die sloppy seconds vormen een obstakel voor de eigen kledingindustrie in die landen. De markten voor tweedehandskleding in Oost- en West-Afrika zijn gigantisch. Stapels kleding met alle mogelijke kleuren, vormen en materialen worden daar dagelijks uitgestald. Maar, niemand die omkijkt naar wat de eigen modeontwerpers in het land eigenlijk maken. Behalve, ironisch genoeg, expats.

kleding