Ook in Engeland worden #kledingarbeiders uitgebuit. Boohoo's leveranciers van sweatshop: ‘Ze exploiteren ons alleen. Ze maken enorme winsten en betalen ons pinda's ' Onze verslaggever vond undercover bij een fabriek in East Midlands die kleding maakte voor de enorm winstgevende Boohoo- en Nasty Gal-labels en vond bijna geen beschermingsmiddelen en een loon van slechts £ 3,50 per uur

Vidhathri Matety ging undercover om praktijken te onthullen in de kledingfabrieken van Leicester

Mijn eerste volledige dag werken op een vervallen fabrieksvloer in het hart van de kledingfabriek van Leicester begon donderdag met de vaagste beloften: 'Afhankelijk van hoe je werkt', vertelde de baas me, 'bepalen we je salaris.'

Op dag twee kreeg ik een onbeleefde bewustwording van de harde realiteit van de omstandigheden in de sweatshop die duizenden arbeiders in de hele stad doorstaan, die vorige week de eerste in Engeland waren die werden uitgekozen vanwege lokale restricties op het coronavirus.


Vorige week publiceerde de Britse krant The Sunday Times een undercoveronderzoek naar een kledingfabriek in Leicester, Engeland, waaruit bleek dat arbeiders slechts 3,50 pond, ofwel 3,90 per uur betaald krijgen. Dat terwijl het minimumloon rond de 9 pond, ofwel 10 euro ligt. In de fabriek wordt kleding gemaakt voor het onder tieners zeer populaire Britse merk Boohoo.

Enkele dagen daarvoor bracht ook campagnegroep Labour Behind the Label een rapport naar buiten, waarin stond dat kledingarbeiders in meerdere fabrieken in Leicester een groot risico liepen op besmetting met het coronavirus. Maatregelen om besmetting te voorkomen werden nauwelijks genomen.

De stad, die een grote Zuid-Aziatische immigrantenbevolking heeft, is van oudsher een belangrijke producent van textiel. En het is niet de eerste keer dat de slechte arbeidsomstandigheden worden gehekeld. In 2018 schreef Financial Times-journalist Sarah O’Connor nog een groot onderzoeksverhaal over misstanden bij fabrieken in Leicester, waarin ook de fabrieken die kleding voor Boohoo produceren aan de orde kwamen. En een jaar daarvoor besteedde ook het Britse televisieprogramma Dispatches aandacht aan de lage lonen en de lange werkdagen in de Engelse kledingindustrie.

Je zou toch verwachten dat, zeker in een land als Engeland, zoiets meteen wordt aangepakt. Maar nee. De aanbevelingen die de ingeschakelde deskundige commissie naar aanleiding van het stuk van Sarah O'Connor deed aan de regering, om iets aan de uitwassen van de fastfashion-industrie te doen, werden stuk voor stuk verworpen.

Op Twitter verschenen een paar interessante draadjes, onder meer over de holle frase van fabriekscontroles als oplossing tegen uitbuiting. Veel merken, zo ook Boohoo, wijzen erop dat ze regelmatig hun fabrieken laten inspecteren om misstanden op te sporen en te voorkomen. Maar dat blinde vertrouwen op fabriekscontroles en het idee dat je hiermee als bedrijf alle risico’s op mensenrechtenschendingen hebt afgedekt, is totale nonsens. Het is het laagste van het laaghangende fruit: betaal een of ander commercieel inspectiebureau om de fabrieken waar je je kleding laat maken twee keer per jaar af te gaan, en that’s it.

Luke Smitham, expert op dit gebied, schreef in een Twitter-draadje dat audits voor modemerken geruststellend en relatief goedkoop zijn, en dat er een paar auditbedrijven zijn die binnen de branche domineren en onder continue druk staan om voor zo min mogelijk geld inspecties uit te voeren. Sommige daarvan kunnen goed en/of nuttig zijn, maar meestal worden ze gebruikt als een vorm van verdediging wanneer dergelijke misstanden aan het licht komen.

Goed onderwerp om eens verder in te duiken.
Boohoo, watte?

Nog even voor wie geen idee heeft wat Boohoo voor bedrijf is: het behoort tot een groeiende groep zogenaamde ultrafastfashionmerken, waartoe ook Fashion Nova, Missguided en PrettyLittleThing behoren. Ik schreef er eerder dit stuk over. Ze verkopen bijna uitsluitend online en richten zich op de Instagram- en TikTok-generatie die vandaag wil kopen wat haar favoriete influencers of celebrities gisteren droegen.

De prijzen zijn absurd: voor een jurkje betaal je tussen de vijf en vijftien euro, een bikini kost net zo veel – of weinig – als een cappuccino. Drie euro.

Deze merken zijn in staat om het hele productieproces nóg sneller te doorlopen dan de bekende fastfashionmerken als H&M en ZARA. Hoe? Door net als Zara de productie dicht bij ‘huis’ te houden. Boohoo en Missguided laten hun kleding voornamelijk in Leicester, Engeland produceren.

Boohoo was tot voor kort een van de snelst groeiende online moderetailers in Engeland. De eigenaar is de 55-jarige miljardair Mahmud Kamani. Door de serieuze aantijgingen lijkt het bedrijf nu behoorlijk wat schade op te lopen. Een van de grootste aandeelhouders van Boohoo heeft afstand gedaan van bijna al zijn aandelen in het modebedrijf en bekritiseerde de reactie van Boohoo op beschuldigingen van slechte arbeidsomstandigheden in diens toeleveringsketen. Andere geldschieters van het bedrijf liggen inmiddels ook onder vuur, schrijft Financial Times. Verschillende retailers, waaronder Zalando en Amazon, hebben aangegeven van plan te zijn om geen kleding meer van Boohoo te zullen verkopen via hun website.

Emy Demkes Correspondent #Kleding #Mode

Plussize duurzame kleding is moeilijk te vinden. Ik zocht uit waar je wel terechtkan voor maat XXL https://decorrespondent.nl/11411/plussize-duurzame-kleding-is-moeilijk-te-vinden-ik-zocht-uit-waar-je-wel-terechtkan-voor-maat-xxl/2829413044392-1cc873a8 via @decorrespondent
Emy Demkes Correspondent

Moderne slavernij in Engeland