Afvallen: lachen maakt lichter
We zitten met zijn vijven op een bankje te wachten tot onze vrijdagtraining begint. Iedereen is er klaar voor. Althans… er ontbreekt nog één dame. Ik ken haar niet. De anderen wel, maar ik heb nog nooit met haar getraind. Je kunt je inschrijven via de app, dus wie er komt trainen wil wel eens variëren, maar de meesten hebben, net als ik, een vast schema en een vast ritme. Voor mij geldt: hoe vaster, hoe beter, hoe groter de kans dat ik ga. Het is bijna half zeven. Daar komt de laatste van ons groepje. Precies op tijd, want de deuren naar het lokaal gaan open.
“Jongens, ik verontschuldig me nu alvast. Ik heb heel erg last van winderigheid.”
Ik schiet in een lach. Dat is de raarste kennismakingszin die ik ooit gehoord heb. Meestal geven we elkaar een hand of zeggen we goedenavond.
“Nee, echt,” zegt ze, ietwat gepikeerd over mijn gegiechel, “ik heb last van mijn darmstelsel.”
Ik weet natuurlijk wat de oorzaak is van haar 'winderigheid'. Was het een incidenteel gebeuren (hachee o.i.d. gegeten) dan had ze haar training die avond beter kunnen overslaan; het is ronduit egoistisch en aso om te verwachten dat anderen zich de stank van overvloedige flatulentie moeten laten welgevallen.
Heeft ze een chronische ziekte, zoals 'benedenbuur' Roodkapje, dan had ze bij inschrijving met de trainster behoren te overleggen of het wel wenselijk is in een groep te trainen, met alle gevolgen van dien.
Het 'advies' dat anderen dan ook maar hun darmgassen lukraak moeten lozen uit 'solidariteit', vind ik ronduit absurd! De volgende stap zou dan zijn, dat 'uit solidariteit' met mensen die incontinent zijn, iedereen alles maar moet laten lopen: al dan niet met een pamper aan!