Gepubliceerd door Thierry P. Dinjens  ·

  ·
Het Leijpark staat vol met kruiden. Allerlei soorten passeren de revue. Nu zijn er mensen die verstand hebben van kruiden vanuit interesse. Er zijn ook mensen die kruiden onder andere omstandigheden hebben leren kennen, namelijk noodgedwongen. Ik heb het over paardenmensen. Mensen die met paarden werken of zelf een paard hebben. Paarden grazen in weiden waarin veel kruiden voorkomen en lang niet alle kruiden zijn gezond voor een paard. Enkele zijn zelfs erg giftig en hoewel een paard veel kruiden uit eigen beweging zal vermijden, is er toch de mogelijkheid dat het edel ros er iets van binnen krijgt met alle vervelende gevolgen van dien.
Eén kruid waar elke paardeneigenaar op beducht is, is het Klein kruiskruid. Het woord kruiskruid heeft niets met een kruis te maken, maar is een verbastering van grijskruid; de zaadpluizen komen in de lente snel op waardoor het lijkt of de plant, gelijk een oude man, grijze haren heeft. Klein kruiskruid geurt en smaakt bitter, maar eenmaal gemaaid verliest het die geur waardoor paarden haar niet meer als dusdanig herkennen en vooral als het kruid in ingekuild gras terecht komt dat later aan de paarden wordt gegeven, kunnen paarden er erg ziek van worden en leverschade oplopen. Een paardeneigenaar moet dus immer beducht zijn op dit kruid en het waar mogelijk uitsteken, voordat het in het zaad zit.
Ondanks haar slechte reputatie voor paarden is Klein kruiskruid jarenlang door de mens gebruikt. Niet als voedsel maar als kruid om wonden te genezen. In de 9e eeuw na Christus was het te doen gebruikelijk om een mengsel van oud varkensvet en Klein kruiskruid op wonden aan te brengen en dit zou voor snelle genezing zorgen. Hiervoor moest het kruid wel in de ochtend uit de grond getrokken zijn. Deed men dit pas 's middags, dan moest het vet van een beer (mannelijk varken) zijn.
Wij zullen die rituelen van de mensen in de Vroege Middeleeuwen wel nooit begrijpen, maar hilarisch is het wel. Het is ook ongelooflijk hoe al die regels werden doorgegeven aan een volk dat nauwelijks kon lezen. Het moet een soort routine, een algemeen bekende volkswaarheid geweest zijn waarvan iedereen zich doordrongen was en in uitvoering in het dagelijks leven gesneden koek was, wie onthoudt anders al die vreemde regels? Bij elke plant zijn dit soort eigenaardigheden over oogst, mengen met vet of bloed of gal en innemen of aanbrengen op bepaalde data, tijdstippen en delen van het lichaam. Het is haast niet bij te houden, maar blijkbaar is het onze voorvaderen gelukt.
In het Leijpark wordt Klein kruiskruid binnen de perken gehouden door de rupsen van de Sint Jacobsvlinder. Deze geelzwarte rupsen vreten een plant helemaal kaal nog voordat zij vruchten kan vormen. Dit is nodig omdat het Klein kruiskruid normaliter heel snel vruchten vormt en zich dus razendsnel uit kan breiden als zij geen vijanden zou hebben.
In het Leijpark trekt het kruid honingbijen aan en zal er aan geknaagd worden door konijnen, ondanks haar giftigheid. Een beetje ervan eten kan geen kwaad en de plant zit vol met ijzer. Het is alsof de konijnen weten hoeveel zij mogen nemen en wanneer zij moeten stoppen. De verschillende levensvormen in het Leijpark zijn goed op elkaar ingespeeld, veel beter dan wij ooit kunnen begrijpen of zelf zouden kunnen. Het is aan ons om ervan te genieten. Dus: wat let ons?

#leijpark013 #kleinkruiskruid

Leijpark013 Klein kruiskruid