Leijpark013

@leijpark013 · 16 Sep 2021

Follow Following

Leijpark013 Kolibrievlinder

#leijpark013 #kolibrievlinder 

Gepubliceerd door Thierry P. Dinjens  · 7 september om 17:56  ·
De kans dat we een kolibrie tegenkomen in het Leijpark is vrij klein. Of er moet ergens een exemplaar ontsnapt zijn uit een luxe volière, maar normaliter vinden we geen kolibries in onze streken. Daarvoor moeten we naar Amerika.  En toch lijkt het af en toe dat er een kolibrie voorbij suist. We lopen rustig in het Leijpark en ineens scheert er een oranje flits voorbij, die halt houdt bij een vlinderstruik en daar, druk met de vleugels slaand stil hangt in het luchtledige, om zich met een lange tong tegoed te doen aan de nectar uit de bloemen. Al het gedrag dat we mogen verwachten van een kolibrie. Dat is het niet: het is de Kolibrievlinder.
Sinds een aantal jaren, gelijk lopend met het opwarmen van de aarde, is deze voorheen tropische vlinder een geregelde gast in ons land. En niet alleen een gast, zij verkiest het steeds vaker om hier de winter door te brengen. Nederlandse winters zijn over het algemeen mild en zacht en daar houdt de Kolibrievlinder wel van. Zodra het kwik onder de tien graden in de min zakt is het uit met de pret, maar hoe vaak maken we dat nog mee?
Vroeger heette de vlinder nog 'meekrapvlinder' omdat de rupsen een voorkeur hebben voor de plant meekrap. Oorspronkelijk vinden we deze plant in het gebied rond de Middellandse Zee, maar ze werd honderden jaren lang in Zeeland gekweekt. Uit meekrap is een rode kleurstof te winnen en hiermee werden wol, katoen en leer geverfd. Toen er uiteindelijk synthetische kleurstoffen werden uitgevonden, verdween de meekrap bijna geheel uit Zeeland.
Een andere naam voor de Kolibrievlinder is de 'onrustvlinder'. Wie het dier ziet vliegen en vooral eten kan zich daar wel iets bij voorstellen. Het diertje hangt nooit stil, flitst van de ene na de andere bloemen en is heel lastig vast te leggen op de gevoelige plaat. Vandaar ook dat Kolibrievlinder de toepasselijkste naam is. De Latijnse naam (Macroglossum) betekent letterlijk 'lange tong'. Die naam is accuraat: de gehele tong van de vlinder is net zo lang als zijn lijf. Als ons dat zou overkomen hing onze tong op onze schoenen, letterlijk.
De Kolibrievlinder wappert haar vleugels razendsnel op en neer, zo'n zeventig keer per seconde! Terwijl de vlinder dit doet zijn steeds die oranje vlekken te zien, aan de onderkant van de vleugels en bovenop de achtervleugels. Deze vlekken dienen ervoor om roofdieren te laten schrikken.
Ook de rups heeft iets van oranje in zich: hij heeft een klein staartje met een doornachtige oranje punt eraan, ook weer om vijanden op afstand te houden. De rups is een speciaal geval. Nadat hij zich rond heeft gegeten op meekrap (of geel walstro) kruipt hij de grond in en spint daar een witte cocon. Twee weken later duwt de rups de cocon boven de grond, om er vervolgens uit te komen als kersverse Kolibrievlinder. Dan pompt het diertje de verfrommelde vleugels vol bloedt en na een uurtje reeds kan hij vliegen. Op naar lange bloemen vol lekkere nectar.
We gaan waarschijnlijk vaker de Kolibrievlinder in ons land en in het Leijpark zien. Nu is de perfecte tijd om ze te gaan zoeken. Het is september (de vliegtijd van de vlinder) en een heerlijke warme nazomer. Ik wens u allen succes bij het vinden van de oranje flits!