Deel 2: Onmenselijk veel verdriet.
Ja, er is iemand...
"Ja, er is iemand, al een hele tijd eigenlijk. Zo'n 1,5 jaar om precies te zijn. Het begon op die reis naar Amerika, toen we vastzaten en moesten omvliegen vanwege de aswolk tgv. de vulkaanuitbarsting in Ijsland". Slik, dat was die reis waarbij ik een kaartje op je nachttafel klaar legde voor Valentijn waarin stond hoezeer ik je miste en waarbij ik aan tafel bij je ouders luidop verkondigde blij te zijn nog te kunnen zeggen dat ik je oprecht gemist had na al die jaren samen. Ik herinner me ook nog dat dat de laatste reis was waarbij ik gemis gevoeld had, nadien was het anders geweest, eerder een opluchting.
" Zal ik je zeggen wie het is", vroeg ik hem? "Het is A. , de collega die we eens zagen op het sinterklaasfeest. Ze zat toen 'toevallig' alleen met haar kinderen aan tafel toen wij ook iets gingen drinken en je werd heel zenuwachtig toen onze kinderen zich niet als postkaartjes gedroegen". Het is ook die A. waarvan je had voorgesteld dat onze zoon er maar eens moest gaan logeren, ze had ook twee dochters en het zou zo goed zijn voor zijn frans". "Die A. waarbij het contract zo nodig moest getekend worden. De franstalige A. " Hij keek me vol ongeloof aan, hoe kon ik dit nu weten? "Ik ken je beter dan je jezelf kent" zei ik hem. "Ik wist het meteen".
Welgeteld één uur lag ik te draaien en te woelen in het stapelbed van onze zoon, geen haar op m'n hoofd dat eraan dacht nog langer bij deze man te slapen. Tot ik me opeens realiseerde dat ik geen plaats hoefde te ruimen, dat ik niet degene moest zijn die niet kon slapen in een 'vreemd' bed. En opnieuw lagen we zwijgend, op een zo groot mogelijke afstand van elkaar in een schijnbaar veel te klein bed. De volgende morgen had ik gehoopt wakker te worden uit deze nachtmerrie maar de grond zakte steeds verder vanonder m'n voeten weg. Hij wou dit nieuws alleen aan zijn ouders brengen, natuurlijk, zo kon hij het op zijn manier brengen, zijn waarheid meegeven. Zijn ouders hadden me nooit écht aanvaard, een simpele juf was voor hen nooit genoeg geweest voor hun ultra intelligente zoon. Ze hadden gewoon op meer gehoopt denk ik. Met zijn vader had ik een eerder koele band, ik voelde me nooit op mijn gemak bij hem, voelde hoe hij op me neerkeek, durfde met moeite mijn mond open te doen, voelde me dom in zijn bijzijn. Tegen collega's had hij zich ooit wel eens luidop afgevraagd waar zijn zoon in hemelsnaam met mij over kon praten? Soit belle et tais toi, leek me de beste oplossing in die tijd. Als ik maar lief genoeg was zouden ze me ooit wel leren appreciëren. Ik was jong en naïef... Met zijn moeder had ik een iets warmere band, met momenten zelfs echt hartelijk en ik zag haar dan ook oprecht graag. In die periode was ze vaak meer moeder voor mij dan mijn eigen moeder. Toen ik op een bepaald moment per ongeluk een gesprek hoorde tussen beide schoonouders waarin ze me tot op het bot neerhaalden en kleineerden raakte dat me tot diep in mijn ziel. Maar ik vergaf het hen, want ook dat hoort bij (schoon)families en ze waren meer familie dan ik ooit had gekend.
Ik zat rillend in bed, opgerold in foetushouding, alsof dat me troost zou bieden. Ik wou wegkruipen in het kleinste hoekje van mezelf, verdwijnen in het niets. De pijn reet me met scherpe steken uiteen, op dit eigenste moment wou ik gewoon dood zijn. Beneden hoorde ik de stemmetjes van mijn koters; 9 en 5 waren ze, nog totaal onschuldig, zich van geen kwaad bewust. Ze wisten nog van niets, hij wou het ze pas vertellen wanneer hij zou vertrekken. Ahja, want anders zou hij met hun pijn en verdriet moeten omgaan; elke dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Zorgen dat je er staat, dat de gewone dingen verder gaan, dat je kookt en ze naar school brengt. De energie hebt om dat verhaaltje voor te lezen voor het slapen gaan, te helpen bij het huiswerk van de oudste, zijn zwemzak op tijd klaar te maken, zijn agenda te ondertekenen, winkeltje te spelen met de jongste terwijl de kleinste dingen alle energie uit je lichaam wegzuigen. Zo bleef ik een dag of twee in bed, voor de kinderen had ik migraine, was het maar dat..