• Wat?
    • De lies blessure zegt eigenlijk alleen dat je liespijn hebt. Dat kan door een blessure van de aanvoerende spiergroepen zijn, maar ook door een liesbreuk of door een scheuring van een van de spieren in de liesregio. Meestal gaat het om een chronische blessure aan de binnenkant van je lies, waar de aanvoerende beenspieren zitten. De eigenlijke liesblessure bevindt zich in de spierpeesaanhechting en/ of de spierbuik. Het doet pijn als je begint te sporten, de pijn neemt af na de warming-up en komt weer op na afloop van het sporten.
    • Een liesblessure is vaak een gecompliceerde blessure omdat er in de liesstreek veel spieren/pezen zitten die een rol spelen bij de blessure.
  • Oorzaken
    • Liesblessures kunnen vele oorzaken hebben. Vaak betreft het een overbelastingsklacht van de spieren en pezen die aanhechten in de lies, die kan leiden tot een ontstekingsreactie (tendinitis). Maar ook een gehele of gedeeltelijke spierscheur (ruptuur) kan leiden tot klachten in de lies.
    • De spiergroepen die de oorzaak zijn van deze klachten zijn:
      • De spieren die het been naar binnen bewegen (adductoren)
      • De spieren die de heup buigen (iliopsoas en rectus femoris)
      • De rechte en schuine buikspieren
    • Een chronische liesblessure ontstaat in de regel door overbelasting. Oorzaken van overbelasting zijn:
      • Te snel teveel belasten
      • Eenzijdige bewegingen
      • Grote en langdurige belastingen
      • Regelmatig wegglijden bij een zijwaartse beweging
      • Combinatie van sport en (zwaar) werk
    • Overbelastingsblessures komen vaak voor bij teamsporten zoals voetbal en hockey, maar ook atletiek (lange afstand lopen, hordenlopen, hoogspringen) en schaatsen zijn takken van sport waar relatief veel liesblessures voorkomen. Liesklachten die het gevolg zijn van overbelasting komen voor in verschillende gradaties:
      • Graad 1: Pijn treedt op na sportbeoefening, startpijn/ stijfheid ’s ochtends.
      • Graad 2: Pijn bij warming-up en in verloop van sportbeoefening
      • Graad 3: Pijn is voortdurend aanwezig tijdens sportbeoefening
      • Graad 4: De pijn is in het dagelijks leven voortdurend aanwezig.
  • Symptomen
    • Scherpe pijn in de lies of bovenaan de benen aan de binnenkant
    • Stijf en hard aanvoelen van de binnenkant van de bovenbenen
    • Het is pijnlijk om met je handen op de binnenzijde van je bovenbeen of op het schaambeen te duwen
    • Wanneer je de liesspieren aanspant door de bovenbenen naar binnen te duwen, doet dit erg pijn
    • Eventueel blauwe plek en kleine zwelling
    • Soms is er zelfs een kuiltje te zien of te voelen
    • Pijn in de lies of de onderzijde van de binnenkant van het schaambeen, deze straalt vaak uit naar de (binnenkant van de) bovenbenen
    • Pijn na het sporten
    • Pijn is in rusttoestand vaak het ergst
    • Wanneer je het pijnlijke been naar het andere been toe duwt, verergert dit de pijn
    • Uitstraling naar onderbuik of geslachtsdelen (niet altijd aanwezig)
    • Het gehele bovenbeen voelt hard en gespannen aan (meestal pas na een tijdje)
    • Bij een ontsteking is er meestal sprake van een meer zeurende en aanhoudende pijn, in plaats van een felle pijn die plotseling ontstaat.
  • Genezen
    • De behandeling bestaat grotendeels uit specifieke mobiliserende technieken voor de gewrichten (bekken / lage rug / heupgewricht / enkelgewricht) en een specifieke behandeling van de binnenste bovenbeenspieren. Daarnaast volgen er rekkingen van de spieren die tekort zijn en krijgt u instructies voor oefeningen die u thuis kunt uitvoeren.  U kunt uw sporttrainingen door laten gaan en er zijn meestal geen belemmeringen om aan wedstrijden mee te doen. Soms kan het verstandig zijn om 1 week géén sprintjes te trekken, maar dat is dan ook alles.
  • Voorkomen
    • Preventieve training bestaande uit specifieke flexibiliteits- en krachtoefeningen zou deel uit moeten maken van elk trainingsprogramma als onderdeel van de warming up.
    • Dit zou uit de volgende oefeningen kunnen bestaan:
      • Rekoefeningen
        • 1. Lange adductoren
          • Ga rechtop op de grond zitten met de benen gespreid naar voren.
          • Breng langzaam het lichaam en armen zo ver mogelijk naar voren, terwijl de rug recht wordt gehouden.
          • Hou deze positie gedurende 20 seconden vast; 5 keer herhalen.
        • 2. Korte adductoren
          • Ga met gebogen benen op de grond zitten; zet de zolen van beide voeten tegen elkaar aan.
          • Pak de voeten vast.
          • Trek jezelf rustig naar voren, naar voren buigend vanuit de heup, totdat een goede rek gevoeld wordt in de liezen.
          • Twintig seconden vasthouden.
          • De rek kan vergroot worden door met de ellebogen de benen verder uit elkaar te duwen.
        • 3. Abductoren
          • Ga op de vloer zitten met het ene been onder het andere been, zodanig dat de hiel naar de billen gebracht wordt.
          • Zet de voet van het ene been aan de buitenzijde van het andere been.
          • Pak de knie van het eerste been vast.
          • Breng deze knie naar je lichaam toe en rek gedurende 20 seconden; 5 keer herhalen.
        • 4. Iliopsoas
          • Stap met een been naar voren en breng de knie van het achterste been naar de grond toe.
          • Duw de heup en weinig naar voren, totdat een lichte rek voelbaar wordt.
          • Deze spier wordt met name bij de sprint zwaar belast.
        • 5. Quadriceps
          • Ga rechtop staan en zoek steun met je hand.
          • Buig een been, pak de enkel vast en trek de hiel naar de billen toe totdat rek gevoeld wordt in het bovenbeen.
          • De rek kan verhoogd worden door het bovenbeen nog wat meer naar achteren te brengen.
      • Spierversterkende oefeningen
        • 6. Adductoren (1)
          • Ga op de rug liggen met de benen recht naar voren; klem een bal vast tussen de bovenbenen.
          • Druk de benen 10 seconden tegen de bal, ontspannen en weer herhalen.
          • Doe dezelfde oefening met de bal tussen de voeten.
        • 7. Adductoren(2)
          • Maak het ene uiteinde van een rubberen band vast aan een object en bind het andere uiteinde om de enkel.
          • In dit geval is gebruik gemaakt van de binnenband van een fiets.
          • Ga zo staan dat de buitenkant van het ene been naar het vaste object wijst en rek de rubberen band langzaam uit.
          • Doe 15 tot 20 herhalingen en wissel van been.
        • 8. Abductoren
          • Draai je om, zodat nu de binnenkant van het been naar het vaste uiteinde van de rubberen band wijst.
          • Rek de rubberen band weer uit. Wissel van been en herhaal de oefeningen.
          • De oefeningen kunnen verzwaard worden door geleidelijk het aantal herhalingen op de voeren en de band in te korten of dubbel te slaan.
        • 9. Buikspieren (crunches)
          • Ga op de rug liggen, met de benen gebogen van de vloer, armen gekruist over de borst.
          • Kom een weinig omhoog, totdat de schouderbladen van de vloer zijn, hou deze positie 5 tot 10 seconden vast en neem dan de uitgangspositie weer aan.
          • De oefening moet op een soepele, langzame wijze uitgevoerd worden.
          • Herhalen tot uitputting.
        • 10. De rug-, buik- en bovenbeenspieren
          • De rug-, buik- en bovenbeenspieren worden met de volgende oefening tegelijkertijd getraind.
          • Ga op uw rug op de grond liggen, met 1 been gebogen.
          • Duw het bekken omhoog en strek het andere been, zodat been, bekken en romp een rechte lijn vormen.
          • Deze oefening kunt u zwaarder maken door op uw ellebogen te steunen.  

Loading full article...