Ze gaat bij haar zoon in bed liggen en vouwt haar arm om zijn lichaam. Liefdevol streelt ze zijn wang zegt ze: 'het is goed, lief ventje. Je mag loslaten.'  Er gaat een schok door het kleine lichaampje, gevolgd door een diepe zucht. Ze sluit haar ogen en knuffelt hem stevig. De arts controleert zijn hartslag: niets meer. 'Het spijt me, mevrouw, hij is overleden,' zegt de arts vluchtig en loopt weg. 'Wilt u hem zo even wassen? Dan kan hij naar beneden,' klinkt er direct ferm vanuit de hoek van de kamer. 'Mag ik alsjeblieft heel even een moment met mijn zoon?' Ze kan haar tranen niet bedwingen. 'Sorry, dat gaat helaas niet. Dit bed moet zo snel mogelijk weer vrij zijn voor nieuwe patiënten.' 



Dit is zomaar een bladzijde uit het verhaal van een moeder - die na een paar jaar intensief verzorgen, strijden tegen kanker en enorm sterk zijn - haar kind uiteindelijk tóch verliest.  

Geen lintje. Geen waardering. Alleen maar de herinnering aan haar kind's lijdensweg, het moment van zijn allerlaatste adem en de dringende vraag van de professionals om zo snel mogelijk het ziekenhuisbed leeg te maken. Gebroken staat ze op van het bed en pakt het washandje aan van de zuster. Nog één maal mag zij haar zoon verzorgen, liefhebben en aanraken. Dit is haar brute afscheid.  En hierna is er niets meer. Ze is leeg. 


Loading full article...