Elke dag even te horen en te weten dat zij er nog was.
Ik keek naar de klok. Het was exact acht uur en precies op dat moment hoorde ik het belsignaal van mijn telefoon. Ik nam op. Mijn lieve moe, ze belde elke dag om dit tijd stip. Elke dag, klokslag 8 uur, ik kon de tijd er op gelijk zetten. Elke dag even haar stem te horen en te weten dat zij er nog was.
Elke dag even de dag doornemen, te horen wat zij die dag weer had beleefd, gedaan. Och, ze was al wat ouder en alleen. Maar elke dag te weten dat zij er nog was. Ze vertelde ronduit, meestal over wat ze gegeten had, haar dagelijkse wandelingetje om de flat. Haar kring was kleiner geworden, door de ouderdom vielen er zo links en rechts wat mensen weg.
Maar ook haar eigen wereldje leek wat ineen te brokkelen. Na een gebroken heup, nooit meer volledig hersteld. En in haar doen toch een behoorlijke dreun gehad. Het niet meer durven, en soms vermoed ik ook het niet meer zo willen. Het hoeft soms ook niet meer zo. De dagen worden langer en haar leven al korter.
Ze verlangde naar rust, tegelijkertijd stond ze, op haar manier toch nog midden in het leven. Even een bakkie bij haar zus, een maaltje bij de buurvrouw, die haar met regelmaat te eten vroeg. Maar toch…
Zo belangrijk, die herinneringÂ