Maak Neptunus niet kwaad!
De bedienden in het grote paleis maakten zich zo klein mogelijk toen de koning voorbij kwam. Zo kwaad hadden ze hem nog nooit gezien. Nou ja, bijna nooit. Misschien die ene keer toen die oester een parel achterover had gedrukt.
‘Mijn ministers. En vlug!’ De woede zorgde voor een verdere verspreiding van de luchtbelletjes dan ooit en de hofbediende maakte zich zo snel hij kon uit de vinnen om de gevraagde ambtsdragers te halen. Dat duurde niet lang.
‘Het is weer zover, en nu is de maat vol!’
Even keken de ministers elkaar verwonderd aan.
Mooi gedaan!