Van oorsprong was het rondeel waarschijnlijk een zes of achtregelig danslied, van waaruit zich zowel de dichtvorm als de muziekvorm (het rondo) heeft ontwikkeld.
Onder de troubadours was dit een populaire dichtvorm.
Van Dewaputra de toevoeging meegekregen dat het ook wel een Triolet heet.

Een dichtvorm waarin hele regels herhaald worden.
Het rondeel telt acht regels en dan zijn de regels 1, 4 en 7 aan elkaar gelijk en de regels 2 en 8.
In het gedicht worden maar twee rijmklanken gebruikt, die dus door de eerste twee regels bepaald worden.

Daarnaast kent een rondeel een vast rijmschema: ABAAABAB

Als volgt dus incl. de herhalende zinnen:
r1 A
r2 B
A
r1 A
A
B
r1 A
r2 B

Als ik zo vrij mag zijn om een tip mee te geven.
Ik heb het rijmschema gekopieerd in Word en ben toen gaan schrijven. Zo kon ik me niet vergissen.

Hieronder mijn bijdrage/voorbeeld:

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

En dan nu de uitdaging:
- Schrijf een 8 regelig Rondeel volgens bovenstaande uitleg

Loading full article...